Boeddhisneyland

Wie Thailand bezoekt, kan niet voorbijgaan aan de nationale religie van het land. Naar schatting zou 95% van de bevolking het boeddhisme als geloofsvorm beoefenen. Dat verklaart ook meteen waarom je letterlijk overal tempels (ook wel wats genoemd) aantreft. Volgens de laatste telling staat de score op 41.000 waarvan er ruim 34.000 in gebruik zijn.  Het boeddhisme heeft op zoveel manieren invloed op het dagelijkse leven dat zelfs atheïstische reizigers er in contact mee komen.

Voor de oorsprong van het boeddhisme moeten we een flink eind terug in de tijd. In de 6de eeuw voor Christus groeide Siddhartha Gauta, een Indische prins, op in grote rijkdom. Ondanks zijn zorgeloos, luxueus leven, voelde hij zich allesbehalve gelukkig. Hij besloot om zich terug te trekken in eenzaamheid, in de hoop het ultieme geluk te vinden. Pas na een wekenlange meditatie, zittend onder een bodhiboom, ontdekte hij dat zijn lijden voortvloeide uit zijn begeerte, uit zijn materiële verlangens. Toen hij uiteindelijk dit verlangen wist te onderdrukken, vond hij de weg naar de verlichting, het nirwana. Het boeddhisme was geboren.

Het boeddhisme kwam later rond de 12de eeuw vanuit Sri Lanka in Thailand aan en werd de dominante religie in zowel Thailand als Laos. Eén van de pijlers van het geloof is meditatie. Het wordt algemeen beschouwd als een manier om je eigen geest te leren kennen. Meditatie stelt mensen in staat om verwarrende gedachten, onrust en vooroordelen los te laten. In ruil ontstaat er ruimte voor een positieve levenshouding.

De aanhang van het boeddhisme weerspiegelt zich vooral in de immens grote boeddhabeelden die kwistig verspreid liggen over het hele land. Sommige bevinden zich in openlucht en glanzen als goudklompjes in de zon. Hun gelaat straalt één en al sereniteit uit en hun veelal zittende houding dwingt respect af. De boeddhabeelden zijn uitgegroeid tot toeristische attracties en dit voor zowel locals als voor toeristen. Precies door de veelheid van de beelden en de bijhorende tempels heeft Thailand iets weg van Boeddhisneyland.

Opvallend is telkens weer de grote drukte op zo’n gebedsplaatsen. Het geven van offers maakt onderdeel uit van de identiteit van de Thaise bevolking. Vroeg in de ochtend zie je dan ook mensen langs de kant van de weg staan, wachtend tot monniken voortschrijden op hun bedelronde. Mensen geven voedsel aan de monniken als teken van respect. Het is geen daad van liefdadigheid, maar eerder een kans voor de gewone mensen om zo verdiensten op te bouwen. Verdiensten die hun karma (hun doen, denken en laten) beïnvloeden en dat heeft dan weer direct invloed op hun huidig en toekomstig leven, althans volgens de boeddhistische leer.

Ik kijk vanop de zijlijn toe naar deze devote manier van godsdienst belijden, maar slaag er zelden of nooit in om er deel van uit te maken. Misschien hoeft dat ook niet. Uiteindelijk is reizen een vorm van reflectie. Ik probeer de zaken die ik op mijn pad tegenkom een plaats te geven binnen mijn eigen leefwereld. Ik destilleer er de goeie dingen uit die bepalend zijn voor mijn karma en ruil mijn oude ik in voor een nieuwe ik. Wellicht is dat ook de reden waarom reizen voor mij zo verslavend werkt…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *