Zoek de fout…

Hij zit er zoals hij wellicht elke ochtend zit. Gehurkt, wat voor zich uitstarend, soms kijkend in het rond en zijn handen warmend aan een kop dampende, mierzoete thee. Zijn lege draagtas doet vermoeden dat hij ergens onderweg is, wellicht om boodschappen te doen om daarna huiswaarts te keren met proviand voor de dag. Eén iets lijkt niet te passen in het plaatje, zijn wandelstok. Zijn stick lijkt verdacht veel op die uit onze zorgwinkels: vormloos, klinisch en ontworpen om ermee al slepend je naar de overkant te begeven. Een laatste houvast voor mensen die nood hebben aan een derde been, aan een trefzekere steun om niet de balans te verliezen.

De manier waarop deze man echter zijn ochtendlijke thee drinkt, associeer ik niet meteen met een half kreupele man of een persoon die moeilijk te been is. Eerder integendeel, als  zeventiger (misschien zelfs tachtiger) lijkt hij wel de souplesse zelve. Ik vrees dat je lang zal moeten zoeken om zijn evenbeeld te vinden bij Belgische leeftijdsgenoten. Ik heb het wel al vaker gezien: mensen op hoge leeftijd die probleemloos door de knieën gaan om daarna eindeloos lang gehurkt te blijven zitten in dezelfde houding. Het lijkt wel of het een aangeboren zitpositie is.

Enkele ogenblikken later zie ik hoe iemand hem een hartig gebakje toestopt. Hij knikt nederig, slaat zijn heldere ogen neer en stopt enigszins onhandig het gebakje in zijn stoffen draagtas. Kort daarna herhaalt het tafereel zich. Ik kijk vanop de zijlijn toe en sla alles gade. Na ruim tien minuten veert de man langzaam, maar vastberaden recht. Zijn wandelstok komt voor het eerst in actie. Hij zet zijn leeg kopje thee op de toonbank, bedankt de jongeman die druk in de weer is met het bedienen van nieuwe klanten en draait vervolgens om zijn middelpunt heen. Met de tred van een hoogbejaarde sjokt hij langzaam weg. Wanneer hij me in het vizier krijgt, stapt hij naar me toe en steekt zijn rechterhand uit. Dus toch een bedelaar… Ik diep 20 roepies uit mijn broekzak en stop het in zijn gekloven handpalm. Heel even kruisen onze blikken, hij knikt en draait zich vervolgens om. Ik kijk hem nog even na, zie hoe hij zijn wandelstok voor zich uit werpt en plots als een kwieke jongeman weg stapt. Oeps, denk ik bij mezelf. De oude bedelaar valt heel even uit zijn rol. Ik vermoedde al dat er iets niet klopte. Het zal de man worst wezen, zijn buit is binnen…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *