Achter de schermen…

Verteltheater is een kunstvorm die tot de verbeelding spreekt. Je treedt toe tot een soort magische wereld waarbij je als toehoorder gefascineerd toekijkt en luistert. Je dompelt je onder in een verhaal en zijn personages en vergeet een voorstelling lang wat er zich daarbuiten afspeelt. Ik moet eerlijk bekennen dat ik graag vertoef in die waan van het leven, dat geraffineerd spel dat ontstaat tussen acteurs en publiek. In Bali wordt deze kunstvorm op een wel zeer bijzondere manier uitgeoefend, meer bepaald door het poppentheater.

Het klassieke poppentheater in Europa staat mijlenver verwijderd van het poppenspel in Bali dat hier bekend staat onder de naam ‘wajang’. In zijn meest enge betekenis kan je het woord ‘wajang’ herleiden tot ‘schim’, maar in de meest brede betekenis vallen diverse vormen van poppentheater onder deze noemer.

De oudste vorm is de ‘wajang koelit’. Reeds in de 10de eeuw fungeerden platte, rijkversierde leren poppen als acteurs. Zij traden vooral op om boze geesten te bezweren of om contact te leggen met de voorouders. Sagen en mythen vormen vaak de basis van een voorstelling al komen tegenwoordig ook meer actuele thema’s aan bod.

De technische vereisten om een opvoering tot stand te brengen, is vrij eenvoudig. Het loodrechte en manshoge scherm van 5 tot 6 meter vervaardigt uit een witte, doorzichtige stof dat opgespannen wordt in een houten raamwerk vormt zowat het belangrijkste rekwisiet. Achter dit scherm zit de poppenspeler, ook wel dalang genaamd. Boven zijn hoofd bengelt een olielamp. De felle lichtbron zorgt voor de schaduwen van de poppen op het witte doek. Vlak voor de poppenspeler liggen twee dikke bananenboomstammen voorzien van gaten waarin figuren op hoornen steeltjes in steken. Rechts van de poppenspeler de poppen met een goede inborst, links diegene met een slecht karakter. Vlakbij staat nog een kist met nog tal van andere rekwisieten en poppen. Achter de dalang zit ten slotte het gamelanorkest dat zorgt voor de nodige muzikale begeleiding.

De belangrijkste persoon in het Balinese poppentheater is de dalang. Hij is naast regisseur ook acteur en dirigent. Niet alleen beweegt hij alle poppen, maar tegelijkertijd neemt hij ook alle rollen voor zijn rekening. Ook zingen behoort tot zijn takenpakket. Het gamelanorkest dirigeert hij door met een hamertje, dat hij tussen zijn tenen klemt, tegen de rekwisietenkist te kloppen. De veelheid aan taken vereist voor de poppenspeler de hoogste concentratie. Zijn veelzijdigheid levert hem in de Balinese maatschappij een hoge status op. Vroeger had hij dezelfde rang als een priester.  

De verheven kunstvorm weerspiegelt zich ook in de filigraanachtige wajangpoppen die gesneden zijn uit gelooid buffelleer. Aan de hand van de vorm kunnen toeschouwers de personages en hun karakters herkennen. Staan neus en voorhoofd in één rechte lijn, dan zijn de personages de vereenzelviging van goden, helden of edele figuren. Demonen daarentegen hebben eerder grote, ronde ogen en een bloemkoolneus. De poppen worden tot leven gebracht in een decor waarbij zelden bergen en bomen ontbreken. Deze decorelementen moeten de magische verbinding tussen de zichtbare en onzichtbare wereld versterken.

Ook nu nog is het schimmentheater vrij succesvol. Enerzijds heeft het toerisme er iets mee te maken, maar anderzijds neemt het ook nog steeds een belangrijke plaats in in de samenleving. Elke poppenvoorstelling is bijna een magische, religieuze ceremonie. Wie Bali bezoekt en ontdekt, weet als geen ander welke waarde Balinezen hieraan hechten. De toekomst van het poppentheater en de wajang in het bijzonder is verzekerd.   

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *