De tsunami van 2004…

Het lang onderweg zijn, zorgt er soms voor dat je reistips krijgt uit eerder onverwachte hoek. Zo ontmoette Nadine Deroo (waarmee ik in maart jongstleden gedurende twee weken het zuiden van India bezocht) op de Reismarkt in Brugge twee globetrotters die in de ban waren van Sri Lanka. Zij gaven de tip om zeker het tsunami herdenkingsmonument mee te pikken. En zo geschiedde…

Als je eerder een dagdromer bent, dan fiets je er zo langsheen of toch niet helemaal. Het 13 meter hoge Boeddhabeeld valt echt wel op door zijn grandeur. Het beeld zit bovendien vol symboliek en kwam er nadat Japanse weldoeners het monument doneerden aan de slachtoffers die vielen in de buurt van het vissersdorpje Peraliya. Op 26 december 2004 kwamen hier maar liefst 1700 mensen om het leven. Metershoge golven sleurden de net voorbij rijdende trein mee en liet een spoor van vernieling en dood achter. De grootte van het beeld refereert naar de hoogte van de golven die beukten op het vissersdorpje. Ook de kijkrichting is bewust gekozen. Met zijn rechterhand in het gebaar van onbevreesdheid kijkt de Boeddha van de toekomst in de richting van de zee.

Sri Lanka was na Indonesië het zwaarst getroffen. Volgens officiële bronnen kostte de tsunami alleen al in Sri Lanka 38.000 mensen het leven. De meeste doden vielen als gevolg van de vloedgolf. Destijds was er in de Indische Oceaan geen waarschuwingssysteem en wellicht is dat de verklaring voor het duizelingwekkend dodenaantal. In totaal stierven er in Zuidoost-Azië 230.000 mensen. Door de immense impact en de grote van de ramp kampten de ziekenhuizen in Sri Lanka met een chronisch tekort aan bedden en operatie materiaal. De hulpverlening werd nog extra bemoeilijkt door de landmijnen die tijdens de burgeroorlog tussen de regering en de Tamiltijgers op het strand waren ingegraven en nu door de tsunami landinwaarts waren gespoeld.

Naast het herdenkingsmonument liggen op een steenworp van elkaar maar liefst 3 foto museumpjes die een weergave geven van het drama dat er zich die dag afspeelde. Ik stel vast dat ze alle drie zowat dezelfde foto’s vertonen. Bij de ene wordt een toegangsprijs gevraagd, bij de andere wordt er met zachte dwang een donatie afgedwongen. Het heeft me wat een wrang gevoel dat er nu munt wordt geslagen uit de ellende en de dood van zoveel onschuldige slachtoffers. Maar het behoort nu eenmaal tot het leven, denk ik. Als ik zie hoe de voorbije vier jaar het oorlogstoerisme in mijn woonplaats Ieper werd uitgebuit, dan denk ik dat het hier al bij al nog meevalt.