Sihanoukville: de grootste bouwput van Cambodja
In België spreekt men wel eens smalend van Borgerokko in plaats van Borgerhout waarbij men met een knipoog verwijst naar de grote toevloed van Marokkanen die er wonen. Een toestroom van migranten is ook Cambodja niet vreemd. Zo werd de badstad Sihanoukville een jaar of twee geleden omgedoopt tot Chinaville, verwijzend naar de Chinezen die er de stad platwalsen.
Het werkwoord platwalsen mag je hier echter letterlijk opvatten. Sinds hun komst hebben ze Sihanoukville haast met de grond gelijk gemaakt. Overal rijzen monsterhotels en luxueuze casino’s als paddenstoelen uit de grond. Kilometers voor ik het centrum met mijn fiets bereik, zijn de eerste tekenen van de Chinese bouwlust reeds merkbaar. Ik steek een eindeloze stroom van vrachtwagens volgeladen met steenpuin en aarde voorbij. Driehonderd zestig graden in het rond zie ik torenhoge kranen tot aan de wolken reiken. Het mag duidelijk wezen: de Chinezen zetten er spoed achter om hier een tweede Macau, (ook wel het grootste gokparadijs ter wereld genoemd) neer te poten. Sihanoukville is getransformeerd tot een Chinese enclave waar alles in het teken staat van gokken.
Eigenlijk stond het niet op mijn planning om af te zakken tot Sihanoukville. Ik had van andere reizigers reeds vernomen dat de stad zijn ziel had verpatst aan de Chinezen en dat de ooit eens zo geliefde badplaats nog een schim was van zijn grandeur van weleer. Mijn toevallige ontmoeting met Kevin, de manager van het enige casino in de hoofdstad Phnom Penh, lag aan de basis van mijn koerswijziging. Zeker toen hij vernam dat ik een foto-filmreportage wil maken over Cambodja, vond hij het een absolute must om de situatie met eigen ogen te aanschouwen. Ik was op het ergste voorbereid, maar dat de bouwwoede zo’n proporties zou aannemen, dat was even schrikken.
Intuïtief zou je denken dat zo’n stroom aan migranten de lokale economie een boost zal geven en de Cambodjanen ook een stukje zullen meepikken van die Chinese invasie. Het tegendeel is echter waar. Chinezen hebben in een recordtempo hun eigen handel opgezet: bars, restaurants, winkels, … Chinezen willen hun eigen producten, hun eigen gerechten en bediend worden in hun eigen taal. Meer nog, op geen enkel moment heb ik nog het gevoel in Cambodja te vertoeven. Overal waar ik kijk, zie ik Chinese invloeden. Zelfs de aangebrachte reclame achteraan op de tuk-tuk bestaat enkel uit Chinees schrift. De migrantenstroom van puissant rijke Chinezen heeft de grondprijzen naar ongekende hoogtes gestuwd. Lokale Cambodjanen zijn genoodzaakt om te verhuizen omdat de huurprijzen de pan uit swingen. In principe kan je als buitenlander geen grond kopen in Cambodja, maar de overheid vond een sluitend achterpoortje en riep Sihanoukville uit tot een speciale, economische zone.
Niet iedereen ziet de komst van de Chinezen met lede ogen aan. Vlakbij het strand geraak ik aan de praat met een drietal jongeren. Ze werken allemaal in de hotelsector en beamen in koor dat ze blij zijn met de recente ontwikkelingen. Hun loon is het voorbije anderhalf jaar verdriedubbeld van 120 naar 360 dollar. Chinezen hebben personeel met ervaring nodig. Zelfs met de fors gestegen huurprijzen houden ze op het eind van de maand netto nog meer over dan voordien. Toch hoor ik ook wat onzekerheid in hun stem. De Cambodjaanse overheid voelt de druk van China die niet echt opgezet is met de extreme groei van de gaming industrie. In China is gokken, alsook online gokken geheel verboden. Ook in Cambodja zelf mogen de Cambodjanen volgens de wet niet gokken. Deze maatregel werd in 1996 door de regering ingevoerd omdat de gokverslaving in Cambodja leidde tot huiselijke drama’s. Recent heeft de eerste minister van Cambodja aangekondigd om een groot aantal gokvergunningen die aan het eind van het jaar verlopen, niet langer te verlengen. Op die manier hoopt men de wildgroei een halt toe te roepen en enigszins tegemoet te komen aan de vraag van China om de gokindustrie meer in te tomen.
De bouwwoede gaat evenwel onverminderd voort. Sihanoukville is in een ongezien tempo verandert van een landerige badplaats in een gokparadijs waar inmiddels 150 casino’s hun deuren hebben geopend. Kevin, de manager van de NagaWorld Casino in Phnom Pehn, somt twee belangrijke redenen op waarom Cambodja zo geliefd is bij de Chinezen. Zo was het tot een aantal jaren geleden een lucratieve business om te investeren in de vastgoedsector waar je voor een spotprijs iets kon kopen. Chinese durfinvesteerders hebben zich dan ook massaal gestort op de Cambodjaanse vastgoedmarkt. Tezelfdertijd hebben Chinezen ontdekt dat gokken nog een betere investering is. Rijke Chinezen zoeken alsmaar vaker een alternatief voor de casino’s in Macau. Ze voelen zich daar geviseerd door de Chinese overheid die steeds strenger begint toe te zien op het witwassen van geld via het gokken. Sihanoukville ligt ook op de Nieuwe Zijderoute die China met de rest van de wereld moet verbinden. Als havenstad is Sihanoukville dan ook economisch interessant voor de Chinezen.
De Cambodjaanse overheid laat het allemaal gebeuren, want het geld stroomt vlotjes binnen en China stelt geen lastige vragen. Dit in tegenstelling tot Europa en de Verenigde Staten die, naar aanleiding van de onregelmatigheden tijdens de laatste verkiezing van 2018, een kritische houding hebben aangenomen. De huidige premier van Cambodja, Hun Sen, is al sinds 1985 aan de macht. Bij de laatste verkiezingen wankelde zijn positie en prompt besloot hij de grootste oppositiepartij te verbieden. Daarop hebben Europa en de VS besloten om de geldkraan naar Cambodja tijdelijk dicht te draaien. Het zal Hun Sen worst wezen zolang China maar onverminderd geld blijft pompen in zijn land. De bilaterale handelsakkoorden zouden tegen 2020 goed zijn voor zes miljard dollar. Dat Cambodja langzamerhand verandert in het Las Vegas van Zuidoost-Azië neemt hij er graag voor lief bij…
Add a Comment