Een kort beschoren huwelijk…

Op de vooravond van mijn vertrek bij Dr. Gogot ontmoet ik nog een andere wereldreiziger per fiets, de Fransman Thibaut. Hij begon zijn fietstocht acht maanden geleden in Vietnam om daarna door te reizen naar Laos, Thailand, Maleisië, Sumatra en Java. Eind volgende week neemt hij het vliegtuig naar Australië om zijn trip in december te beëindigen in Nieuw-Zeeland. Zijn baan als industrieel tekenaar heeft hij na tien jaar vaarwel gezegd. Hij was toe aan een periode van herbronning, kocht een fiets en een vliegtuigticket en trapte zich nieuwe horizonten tegemoet.

Er is altijd een aanleiding die vooraf gaat; bij de ene is het een relatiebreuk, bij de andere een midlifecrisis, … Niemand ruilt zomaar maandenlang zijn comfortzone in voor het onbekende. Het is een vorm van loslaten, om veel terug in de plaats te krijgen. De wereld zou er heel anders uitzien indien meerdere mensen eenzelfde soort moed aan de dag zouden leggen. Het is een bepaalde levenswijze die je pas ten volle kan begrijpen als je eenmaal die weg hebt ingeslagen. Wereldfietsers beschikken trouwens over dezelfde genen, eenzelfde gedrevenheid om een stukje van de wereld op eigen kracht te ontdekken. Wij zijn zielsgenoten die dezelfde gevoelens delen. Wij weten als geen ander hoe het is om uren aan een stuk onze stalen ros met volle bepakking over de helling te stampen, net zoals we weten hoe verrijkend een gastvrije ontmoeting is met een onbekende. Precies omwille van die gemeenschappelijke kenmerken leggen fietsers die elkanders pad kruisen, vaak een stukje samen af. Ik besluit dan ook om met Thibau  één van de meest spectaculaire vulkanen van Java, de vulkaan Ijen, te bezoeken.

Ik ben van nature iemand die graag vroeg vertrekt. Enerzijds omdat ik het zalig vind om het ontluiken van de dag te observeren en anderzijds omdat je op die manier wat kan profiteren van de koelte van de ochtend. Thibau houdt er op dat vlak een totaal ander ritme op na. Een wekker zet hij zelden en eenmaal wakker, neemt hij alle tijd van de wereld om in actie te schieten. Zijn dieselmotor komt pas op gang na een paar tassen koffie die steevast worden vergezeld van een Marlboro-sigaret. Wanneer de wijzers van de klok in de richting van tien uur in de ochtend wijzen, maak ik duidelijk aanstalten dat ik zijn getreuzel niet langer op prijs stel. Uiteindelijk verlaten we pas een half uur later en na een zoektocht naar zijn schoenen het huis van dr. Gogot.

Ik laat hem bewust voorop rijden, omdat ik op die manier iets gemakkelijker zijn fietsritme kan inschatten. Dat ritme is recht evenredig met zijn levensstijl: gezapig en rustig. Nu begrijp ik ook meteen waarom hij acht maand nodig had om van Vietnam tot in Java te geraken. Het valt me trouwens op hoe chaotisch zijn fietsbepakking eruit ziet. Zo zit zijn regenjas vastgesnoerd aan zijn linkerfietstas -geen idee waarom, want het is stralend zomerweer-, hangt zijn kampeertent half uit zijn fietstas en bungelt een plasticzak met vier geplette bananen en een netzakje met één mandarijn zowat in alle windrichtingen. Het typeert een beetje hoe Thibaut door het leven gaat. Met de regelmaat van de klok last hij ook een rookpauze in. Pauzes die moeiteloos tot een vol uur oplopen. Ik krijg het zowaar op mijn heupen als ik vaststel dat we om 3 u in de namiddag welgeteld 30 km hebben afgelegd. Als ik alleen fiets heb ik deze afstand al voor mijn eerste koffiepauze achter de kiezen.

Het blijft moeilijk om zielsgenoten te vinden die eenzelfde reisritme erop nahouden. Ooit vertelde een goeie vriend eens dat hij de relatie met zijn vriendin had verbroken omdat ze te traag wandelde. Misschien is dat wel de reden waarom mijn relaties tot op heden op de klippen liepen. Ik ben nu eenmaal geen wandelaar. Ook mijn huwelijk met Thibau lijkt een kort leven beschoren. Hij maakt het helemaal te bont wanneer hij om half zes ’s avonds beslist om toch verder te fietsen. Wanneer we beginnen aan de eerste zware en lange klim is de nacht al lang neergedaald. Onze fietslampen werpen een zwak lichtschijnsel op het wegdek dat alsmaar hogerop kronkelt. Ik vind dit totaal belachelijk en onverantwoord. Als hij wat minder had getreuzeld dan hoefden we niet in het pikdonker door de bergen te fietsen. Rond negen uur en op een hoogte van 1300 meter houden we het eindelijk voor bekeken. De kilometerteller klopt af op 73 km. Met heel wat moeite vinden we, op vijf meter van de weg, toch nog een plekje waar we onze tent voor de nacht kunnen opslaan. Als ik ruim drie kwartier later mijn hoofd neerleg op mijn geïmproviseerd hoofdkussen heb ik voor mezelf uitgemaakt: Dit huwelijk zal de grens met Bali niet halen…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *