De schaduwzijde van waterkrachtcentrales
Al reizend kom je soms tot hallucinante ontdekkingen die zelfs een jaar na datum nog onuitwisbare sporen nalaten. Op de terugweg na de wat tegenvallende expeditie aan de grens met Vietnam, rij ik op een gegeven ogenblik doorheen een desolaat dorp. Niet alleen is er geen kat te bespeuren, ook de huizen liggen er totaal verlaten en zelfs vaak half vervallen bij. Op zowat alle gevels prijken in koeien van letters een rode letter van het alfabet, gevolgd door een cijfer. Het lijkt wel of men op één of andere manier een soort inventaris heeft aangelegd. Ik parkeer mijn tweewieler langs de kant van de weg en ga op onderzoek.
Al snel wordt het me duidelijk dat er zich hier een natuurramp heeft voltrokken. Als ik binnengluur doorheen de vensterloze ramen zie ik in sommige huizen niks anders dan een achtergelaten ravage, als had er een explosie plaatsgevonden. Metershoge aarde heeft zich vast geklit tot soms aan de rand van het plafond. Het weinige meubilair dat nog aanwezig is, is tot schroot herleid. Sommige huizen hebben minder geleden, maar overal bemerk ik wel ergens schade. Ook de tempel is niet gespaard gebleven. Hele stukken van het dak zijn weggeblazen. Ook in het daaropvolgende dorp ontdek ik eenzelfde scenario. De desolaatheid en de half verwoeste huizen geven de dorpjes een spookachtig effect.
Ruim 15 kilometer verder, kom ik voorbij een geïmproviseerd tentenkamp. Ongetwijfeld bewoners van één van de getroffen dorpen. Aan de andere kant van de weg staan enkele eettentjes opgesteld. Ik hou er een korte lunchpauze en probeer een gesprek aan te knopen met de eigenaar, een man van middelbare leeftijd. In zeer gebroken Engels krijg ik de ware toedracht te horen van wat er zich eind juli 2018 heeft afgespeeld.
Door opeenvolgende zware regenbuien stortte op 23 juli 2018 een dam van een waterkrachtcentrale in aanbouw in. De kolkende watermassa van 5 miljard kubieke meter zorgde voor een ongeziene modderstroom die op zijn verwoestende tocht maar liefst zes dorpjes van de kaart veegde. De ramp kostte honderden mensenlevens en maar liefs 6.600 mensen waren dakloos.
Het drama is helaas niet los te koppelen van de armoede van het land. Laos is en blijft nog steeds één van de armste landen van Azië. Dankzij een gigantisch netwerk aan waterlopen beschikt het land wel over tal van waterkrachtcentrales. In totaal telt Laos momenteel 46 actieve waterkrachtcentrales en nog eens 54 zijn er in aanbouw. De regering van Laos heeft al langer de ambitie uitgesproken om ‘de batterij van Azië’ te worden. Twee derden van de opgewekte energie wordt momenteel geëxporteerd naar de buurlanden. Laos wil die export nog opdrijven en hoopt op die manier langzaam maar zeker uit de spiraal van armoede te geraken.
Dat lijkt allemaal nobel, maar helaas kleeft er een schaduwzijde aan de megalomane projecten. Zo werden de voorbije jaren duizenden inwoners, waaronder heel wat etnische minderheden, gedwongen om te verhuizen. Zowel in binnen- als in buitenland worden er vragen gesteld over de veiligheid van de op gang zijnde projecten. In het noordoosten gebeurde er anderhalf jaar geleden een gelijkaardig ongeval, gelukkig zonder slachtoffers. Met de klimaatsverandering en het onvoorspelbare en extreme weer in de regio vreest men in de nabije toekomst een herhaling van de feiten. Daarenboven maken milieuactivisten zich zorgen over de nefaste invloed van de waterkrachtcentrales voor de fauna en de flora van de Mekong-river.
De regering van Laos mag dan wel ambitieuze voornemens koesteren, het is maar de vraag of de arme bevolking wil meestappen in dat verhaal waar zij slechts als figuranten optreden zonder enige vorm van medezeggenschap.
Add a Comment