Handgemaakte popiah…
De (driedelige) reeks over de teloorgang van de ambachten wil ik met een positieve noot beëindigen. In onze snel evoluerende samenleving waar alles tegenwoordig gericht is op consumptie en waar massaproductie de bovenhand haalt, is het toch een geruststelling te zien dat er mensen zijn die zich blijven inzetten om het erfgoed levendig te houden. Zo iemand is Gary Lim, de zoon van de legendarisch Uncle Lim. Al vier generaties lang maakt de familie Lim ‘Popiah’ op de traditionele, handgemaakte wijze.
Wanneer ik langs zijn kraampje voorbij wandel zie ik Gary in volle bedrijvigheid. Als in een te snel afgedraaide film klopt hij een klodder elastisch deeg door zijn hand. Met een smak gooit hij het op een hete gietijzeren pan met platte bodem. Met een ongeziene snelheid wrijft hij het deeg open tot een cirkelvormige, flinterdunne pannenkoek. Het deeg heeft nauwelijks de tijd om op te warmen, want na vijf seconden schraapt zijn assistente de inmiddels gesteven pannenkoek van de pan en legt die boven de reeds aanwezige stapel.
De handigheid en precisie waarmee Gary te werk gaat, doet zelfs de meest argwanende toerist vertragen. In zijn sneeuwwit T-Shirt van voetbalclub Liverpool F.C. en zwarte haarband over het hoofd lijkt hij zo weggelopen uit een fitness zaal. Zijn eerder kleine gestalte geeft hem een olijk uiterlijk. De stiel heeft hij geleerd van zijn vader, die deel uit maakt van de vierde generatie traditionele popiah-makers. Het leverde hem de bijnaam Uncle Lee op. Door een chronische ziekte zag het er heel even naar uit dat ook deze metier een stille dood ging sterven. Gelukkig zag zoon Gary de cultuurhistorische en toeristische waarde in van de ambacht en prompt besloot hij de zaak verder te zetten.
Popiah kan je het best omschrijven als een dunne pannenkoek, gemaakt van tarwebloem. Het is niet alleen flinterdun, maar ook zeer veerkrachtig. Het is precies deze eigenschap die popiah zo geliefd maakt. In de opgerolde pannenkoek kan je namelijk de meest ondenkbare vullingen wikkelen. Geraspte raap, omelet, tofu, fijngesnipperde wortels, gehakte pinda’s,… de lijst is eindeloos. Van oorsprong is popiah afkomstig uit de Chinese provincie Fujian. Tijdens de Britse kolonisatie vond het ook zijn weg naar Maleisië.
Mijn vraag of Gary niet vreest voor de concurrentie van de machinale productie, lacht hij enthousiast weg. ‘Het aantal mensen die tegenwoordig handgemaakte popiah maken, kan je op één hand tellen. Die zeldzaamheid is mijn sterkste troef. Mijn klanten komen zelfs van Hongkong en Singapore om een paar kilo’s naar huis mee te nemen. Kom over een paar dagen terug, op zondag zie je rijen mensen aanschuiven aan mijn kraampje. Hier proef maar en je zal weten dat ik niks te vrezen heb.’ In een handomdraai drenkt hij een handvol pinda’s in een bruine pasta en verpakt het geheel in een vers gemaakte pannenkoek. Terwijl hij zich meteen verder verdiept in zijn werk, zie ik hem nieuwsgierig opkijken. Simultaan met de eerste hap, spreken mijn ogen boekdelen. Gary had duidelijk niks anders verwacht…
Add a Comment