Indonesische keuken

De lokale culinaire keuken ontdekken doe je het best via de bewoners van het land zelf. Zij weten als geen ander de beste plekjes. Iets wat vaak synoniem staat aan lekker én goedkoop. Het Warmshower koppel Tony en Camelia zijn levensgenieters puur sang. Niet alleen weten ze een ideaal evenwicht te vinden tussen werk en vrije tijd, maar evenzo houden ze ervan om hun smaakpapillen te verwennen. Ze tronen me mee naar hun lievelingsrestaurant in hartje Jakarta.

Het restaurant oogt niet bepaald gezellig, maar dat weerhoudt de klanten blijkbaar niet. Bij aankomst is er zelfs geen tafeltje meer vrij. Het geeft ons de kans om de menukaart grondig te analyseren. Het restaurant leeft op en top bij de gratie van de Indonesiërs. Ik bespeur  geen woord Engels op de menukaart. Gelukkig spreekt mijn gezelschap een aardig woordje Engels. Omdat ik totaal niet vertrouwd ben met de Indonesische keuken geef ik hen carte blanche. Mijn enig criterium is dat het eten niet pikant mag zijn, voor de rest leg ik het lot van mijn smaakpapillen volledig in de handen van mijn gastheer en –vrouw.

Een kwartier later krijgt de tafel allures van een ware feestdis. Er is haast plaats te kort om alle gerechten te etaleren. Terwijl ik enigszins schoorvoetend mijn bord samenstel met een palet aan smaken, word ik ingewijd in de veelzijdige keuken van Indonesië. Zo ontdek ik dat de diversiteit in hoofdzaak voortvloeit uit de multi-etnische samenstelling van de bevolking. Zowat alle regio’s in het uitgestrekte Indonesië houden er een eigen culinaire eetcultuur op na. Wat ze wel allemaal gemeen hebben, is hun voorliefde voor vele kleine gerechten die daarenboven arm zijn aan vet, maar des te rijker aan vitaminen. Ongetwijfeld kan de vrij hoge levensverwachting van de Indonesiërs indirect gekoppeld worden aan hun manier van eten.

Vooral de veelheid aan kruiden en specerijen is kenmerkend voor de Indonesische keuken. Gember, peper, kruidnagel, koriander, kardemom, … De chef-koks maken er kwistig gebruik van. De basis van elke maaltijd is echter rijst en dit in de meest denkbare variant: gaande van de klassieke, gekookte witte rijst tot de gebakken, de gele rijst tot de gekruide. Omdat de overgrote meerderheid van de bevolking de islam godsdienst erop na houden, staat varkensvlees zelden op het menu; kip, rundvlees en vis des meer. Omdat vlees voor veel huishoudens te duur is, wordt die vaak vervangen door tempé en tahoe, die gemaakt worden op basis van sojabonen. Gado-gado vormt ook vaak een terugkerende constante. Het zijn gestoomde groenten die meestal worden bereid in een pindasausje.

Opvallend is ook dat de bijgerechten die de rijst vergezellen, altijd uit een oneven aantal bestaan. Een even getal wordt door de Indonesiërs beschouwd als onheil. De hoofdstad Jakarta telt een aantal specialiteiten, zoals de nasi kebuli (rijst met gekruide kip of geitenvlees) en de soto betawi (soep met orgaanvlees en aardappel). Ook de vorm waarbij het voedsel wordt opgediend, heeft ertoe geleid dat sommige gerechten een andere naam hebben gekregen. Zo is de flying fish zowat bij elke Indonesiër ingeburgerd.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelden zo verrast ben geweest door de veelheid en diversiteit aan smaken. Geen enkel gerecht viel uit de toon of leek niet te matchen met elkaar. Als dit de voorbode is van wat me te wachten staat op culinair vlak, dan kan mijn ontdekkingsreis doorheen Indonesië alvast niet meer stuk.