Singapore: een wereld vol contrasten…
Reizen is een continu proces van bewegen. Het is een verplaatsen in tijd en ruimte, letterlijk en figuurlijk. Je overschrijdt grenzen, geografische en psychologische, culturele en sociale, economische, … Ik reis, niet om ergens heen te gaan, maar om te gaan. Reizen als evenwichtsoefening, om mijn plaats te vinden en mijn gedachten te ordenen.
De Deense dichter Hans Christian Andersen, die vooral bekend is van zijn sprookjes, zei ooit eens in een interview dat hij vaak overvallen werd door een gevoel van onrust. Onrust die hij alleen maar kon bedwingen door op reis te gaan. Het is een gevoel van wegwee. Weg willen zijn. Weg van het bekende, het hier en nu. Noem het gerust het tegenovergestelde van heimwee, van een gemis naar wat je bekend is. Het kan misschien gek klinken, maar heimwee en eenzaamheid reizen zelden met me mee. Ik vrees dat ik net als Christian Andersen lijdt aan wegwee. Ik vind het zalig om ’s morgens te ontwaken en niet te weten wat de dag brengen zal. Je kunnen losweken van vaste, opgelegde structuren. Het heeft me een gevoel van ontvreemding, van loslaten, maar nog meer van ontvangen. Wie zich openstelt voor wat de wereld te bieden heeft, krijgt zoveel terug. Reizen is voor mij ook de manier om mijn brein soepel te houden, om mijn eigen-ik te kunnen reflecteren in de wereld die ik bereis.
Mijn stalen ros zorgt er tevens voor dat ik vaak reis te midden van een wereld vol contrasten. Zo werd een paar dagen geleden mijn fietsavontuur opgepikt door Stijn Gaytant, een West-Vlaming én expat die al zes jaar met zijn gezin in Singapore woont. Hij werkt er voor DEME nv, één van de grootste baggermaatschappijen van de wereld. Hij nodigde me uit om een namiddag lang in het gezelschap van een handvol andere expats mijn reisverhaal te doen. Het was een gezellig onderonsje waar ik op mijn beurt heel wat opstak over het reilen en zeilen van deze wereldstad. Op mijn vraag of ze ooit dachten om terug te keren naar België was het antwoord van zowat alle expats vrij eenduidig. Het leven in Singapore voor expats is niet bepaald slecht te noemen. De verloning is royaal en de stad biedt zowat alles waar een mens van dromen kan. Dat ze daarvoor in ruil ver weg wonen van vrienden en familie vinden ze best jammer, maar ze beseffen ook dat het hun keuze is.
‘s Avonds keerde ik terug naar mijn hostel, waar ik geconfronteerd werd met een heel andere wereld. De wereld van migranten afkomstig uit India, Bangladesh en Pakistan die de armoede in hun thuisland ontvluchten en naar Singapore komen, op zoek naar een job. Dankzij de economische welvaart vinden ze die ook vaak, maar hun levensstandaard is met niets te vergelijken als die van de expats. Om zoveel mogelijk geld naar het thuisland op te kunnen sturen (waar vrouw en kinderen zijn achtergebleven) hokken ze samen in goedkope, groezelige hostels. Vaak werken ze zeven op zeven, twaalf uur per dag, maanden aan een stuk.
In de hostel waar ik verblijf bespeur ik vier dagen lang geen enkele Europeaan. De hostel telt twee verdiepingen met telkens drie kamers. Elke slaapkamer herbergt 14 bedden die schouder aan schouder staan. Een kleine rekensom: (14×3) x2 en je komt aan een heus orkest. Alleen wordt er hier niet gemusiceerd. De migranten tokkelen wel, maar in hoofdzaak berichten vol heimwee die ze elke avond opnieuw naar het vaderland versturen. Hun schamele bezittingen passen probleemloos in het hen toegewezen opbergkastje. Vier dagen lang deel ik samen met hen het gemeenschappelijke sanitair. Per verdieping: 2 douches, 2 toiletten en 4 lavabo’s. Naast de veelal permanente bewoners zijn er nog een aantal vaste bewoners: een stuk of acht katten en een niet te tellen aantal kakkerlakken. Die laatste lopen gelukkig iets minder voor mijn voeten dan de katten. Of de urinestank ter hoogte van het sanitaire blok afkomstig was van de katten heb ik tijdens mijn verblijf niet kunnen achterhalen. Wat ik wel heb kunnen vaststellen is dat de glamour en luxe die Singapore uitstraalt in schril contrast staat met de leefwereld van de vele tienduizenden migranten die er een groot deel van hun leven noodgedwongen doorbrengen. Het is gek, haast op één en dezelfde plek wonen mensen die hun vaderland hebben ingeruild voor een ander soort leven. De ene vrijwillig, de andere uit noodzaak. De wereld zit vol contrasten…
Add a Comment