Francine Neago en haar levenswerk…
Het echte verschil op een reis wordt niet gemaakt door lekker eten of een prachtig hotel, maar door mensen. Zij kleuren je vakantie met bijzondere verhalen die blijven hangen, alsof ze weerhaken achterlaten op je zwerversziel. Zo iemand is Francine Neago. Wij ontmoeten haar eerder toevallig. Op weg voor een jungletrekking in het Nationaal Park Gunung Leuser kwam ze net uit haar huis. Ze viel op door haar blanke huidskleur en de zichtbare sporen van ouderdom. De ontmoeting duurde nauwelijks 3 minuten, maar was ruim voldoende om onze interesse te prikkelen. Vandaag zijn we haar opnieuw gaan opzoeken, deze keer met filmcamera.
We ontmoeten haar in het belendende restaurant, vlak naast haar schamele woonst. Recht tegenover haar zit een gespierde zestiger, bruingebrand van de zon. Hij blijkt Felix te zijn, gepensioneerd en woonachtig in het Brusselse Dilbeek. Deze namiddag is hij pas aangekomen en ontmoette Francine, net als wij, per toeval. We nemen er een stoel bij en luisteren een uur lang naar haar levensverhaal.
Van opleiding is Francine arts, maar een reis naar Indonesië in de jaren 60 veranderde haar leven drastisch. Ze werd niet alleen verliefd op een Indonesische man, maar ontdekte ook dat ze ontzettend gefascineerd werd door orang-oetans die toen nog in grote getale in Indonesië leefden. Haar fascinatie was zo groot dat ze besloot de rest van haar leven aan deze dieren te wijden. Jarenlang verrichtte ze research en onderzocht het gedrag van de orang-oetans. Omdat ze toen reeds met uitsterven bedreigd waren, zette ze wereldwijd acties op om hun voortbestaan te garanderen. Ze schreef tal van boeken en publiceerde diverse artikels in toonaangevende tijdschriften. Ze stond aan de wieg van diverse opvangcentra voor orang-oetans en hielp ook mee met de opstart van de Zoo in Singapore. Haar fascinatie ging zo ver dat ze een tijdlang een orang-oetan in huis nam om hem spelenderwijs te leren communiceren via de computer.
Ondanks haar hoge leeftijd -vorige week bereikte ze de kaap van 89-, klinkt ze strijdvaardiger dan ooit. Met een beschuldigende vinger wijst ze naar de palmolie-industrie en de Indonesische staat die in ruil voor grof geld een pact sluit met de duivel. Over de toekomst is ze weinig optimistisch. Haar natuurreservaat Noach en zijn Ark, gelegen op een steenworp van Bukit Lawang, dreigt door een gebrek aan financiële middelen te worden opgedoekt. Een pijnlijke zaak, want door de ontbossing in Sumatra dreigen meer en meer orang-oetans dakloos te worden. Toch blijft ze zich vastklampen aan haar droom om een internationaal erkende school van ethologie op te starten. Hier zouden natuurspecialisten en onderzoekers van over de hele wereld hun kennis met elkaar en toekomstige generaties kunnen delen. Het is een mooie gedachte, maar ik vrees dat ondanks haar levenswerk en haar ijver om het lot van de orang-oetans aan te trekken, ze de strijd vroeg of laat zal verliezen. De macht van het geld ligt niet wakker van een natuurreservaat waar orang-oetans leven en nog minder van een oude vrouw die een eenzame strijd voert.