Einde van de lijdensweg?
Mijn bezoek aan het ziekenhuis met de klinkende naam ‘Silchar Medical College and Hospital’ heeft me geen stap verder gebracht. Tegen middernacht nam de pijn in mijn linkerschouder terug in alle hevigheid toe. Zelfs als ik roerloos neerlag of half zittend op bed, nam de pijn nauwelijks af. Alleen al de idee om alweer geen oog dicht te kunnen doen en de ganse nacht te ijlen van de pijn, maakte me gek. Wie of wat kon mij in godsnaam verlossen van die kwelling? Ik sloeg mijn laptop open en begon tussen de pijnscheuten door te zoeken naar informatie die relevant was en in verband kon worden gebracht met pijnaanvallen aan de schouder. Al snel kon ik mijn symptomen linken aan neuralgische amyotrofie: een aandoening van de plexus brachialis waarvan de oorzaak van schouderklachten eerder onbekend is. Een doeltreffende behandeling is moeilijk en vraagt tijd en veel geduld. Net twee zaken die ik niet heb en zeker nu niet in de laatste fase van mijn reis.
Nu ik min of meer zelf de diagnose kende, gaf het me toch enigszins moed om mijn zoektocht naar hulp verder te zetten. Via de Google zoekfunctie zocht ik binnen een straal van 20 kilometer naar alle privéziekenhuizen. Achtergelaten reviews zorgden automatisch voor een vorm van selectie. Uiteindelijk bleven er een handvol kanshebbers over. Om half zeven in de ochtend dropte een tuk-tuk driver me aan de ingang van het ‘South City Hospital’, het dichtstbijzijnde privéziekenhuis.
Het gebouw had meer iets weg van een appartementsblok dan wel van een ziekenhuis. Maar goed, een weinig uitnodigende façade zegt niks over de binnenkant. Ondanks het vroege uur was er toch al enige bedrijvigheid merkbaar. De dienstdoende receptionist verwees me door naar de wachtkamer of eerder wachtgang. Diverse deuren gaven erop uit en boven elke deur was een blauw bordje bevestigd met daarop in witte drukletters de naam van de dokter met zijn of haar specialiteit. Mijn naam viel meteen op Professor S.K. NANDI PURKAYASTHA (Ortho). Hij was ongetwijfeld de man die ik nodig had. De tijd kroop ondertussen voorbij terwijl de pijn soms weer in alle hevigheid toeslag. Rond negen uur wandelde een hoogbejaarde man de gang binnen. Hij straalde ondanks zijn hoge leeftijd een soort charisma uit en intuïtief wist ik dat hij de bewuste professor was. De jongeman naast me porde me aan en bevestigde mijn vermoeden. Nog voor de dokter de kans had om via de lift weg te glippen, hield ik hem staande. Waren het mijn vermoeide ogen van de vele opeenvolgende slapeloze nachten of de zichtbare tekenen van pijn op mijn gelaat? Ik weet het niet, maar van bij het eerste contact leek het ijs gebroken. Vijf minuten later zat ik reeds in zijn kantoortje en deed hij de eerste vaststellingen. Met kennis van zaken onderzocht hij mij en noteerde met vlijt de klachten en symptomen. Hij stelde voor om een bloedonderzoek te laten uitvoeren. Kwestie om nog selectiever bepaalde ziektebeelden te kunnen elimineren. Hij schreef me nog een extra medicijn voor en vroeg me om twee uur later terug langs te komen. Ik greep de tijd aan om iets te ontbijten en mijn medicatie aan te schaffen. Best gek hoe er naast zo’n hospitaal een hele micro-economie ontstaat van eetgelegenheden, winkeltjes en apotheken.
Het bloedonderzoek vertoonde geen buitensporige afwijkende kenmerken. De professor wou zich niet 100% uitspreken over mijn aandoening, omdat alleen een MRI-scan echt uitsluitsel kon geven. Hij dacht eerder in de richting van een ontsteking van de plexus brachialis, het knooppunt van zenuwen dat zich boven het sleutelbeen bevindt. Ik kreeg een infiltratie toegediend ter hoogte van mijn linker schouder om vooral de acute pijn weg te nemen. Hij maande me aan om toch enige rust in te lassen alvorens mijn reis verder te zetten. Bij het vertrek stopte hij nog zijn visitekaartje toe. Als er iets was, mocht ik hem altijd opbellen. Voor ik het ziekenhuis verliet, liep ik nog langs bij de receptie om mijn ziektekosten te vereffen. Groot was mijn verbazing toen ik vernam dat ik niks moest betalen. De loketbediende zei me dat ze een telefoontje had ontvangen van de dokter dat alles reeds was geregeld. Ik kon mijn oren niet geloven. Was het van puur ongeloof of onverwachte blijheid, maar het leek wel of de pijn in mijn schouder met de noorderzon was verdwenen. Nu maar hopen dat de lijdensweg ook definitief voorbij is…
Add a Comment