Walsen en glijden op een dansvloer van modder…

Ik heb er even over getwijfeld op welke manier ik best het uiterlijke zuidoosten van Laos kon verkennen. Mijn inmiddels klaargestoomde solar bamboefiets zou natuurlijk het meest voor de hand liggende vervoersmiddel zijn, toch zijn er enkele niet onbelangrijke kanttekeningen te maken. Eerst en vooral is het uiterst moeilijk om degelijke informatie te vinden over de toegangswegen tot de diverse etnische dorpjes. Zelfs op Google Maps vind ik heel wat dorpen niet terug, laat staan dat ik gebruik kan maken van de street view applicatie. Een tweede niet onbelangrijke factor die niet bepaald in mijn voordeel speelt, is dat Laos nog volledig in de greep zit van het regenseizoen. Over het algemeen concentreren de plensbuien zich voornamelijk ’s avonds en ’s nachts, dus als fietser heb je daar weinig last van. Een heel ander verhaal wordt het bij niet geasfalteerde wegen. De kans dat de hevige stortbuien de wegen van aangestampte aarde en grind herschapen tot modderbaden is niet geheel denkbeeldig te noemen. In dat geval maak ik met mijn zwaarbeladen solarfiets geen schijn van kans. Tot slot is er ook het gegeven dat de zon wel degelijk van de partij moet zijn, wil ik mijn batterij van de motor kunnen opladen. Ik maak me geen illusies dat heel veel van die dorpjes 24 op 24 uur over elektriciteit beschikken. Als ik de pro’s afweeg tegenover de contra’s dan kom ik tot het besluit dat ik beter mijn solar bamboefiets nog even op stal laat staan en inruil voor een gemotoriseerde tweewieler.

Het blijkt reeds op de eerste verkenningsdag de juiste beslissing te zijn. De ganse regio in het zuidoosten van Laos bestaat uit een wirwar van riviertjes die vaak met een vlot moet worden overgestoken. Het houten, dobberend platform met buitenboordmotortje heeft net de breedte van een scooter. Met mijn gedrocht van 4,2 meter zou dat al problematisch zijn geweest. De wegen zijn (zoals verwacht) voor 80% niet geasfalteerd. De staat van de aarden weg gaat van slecht tot barslecht. Op sommige stukken heeft het wegdek iets van gruyèrekaas. Ik stuiter van de ene put in de andere. Door de zware regenval van de voorbije dagen en weken is de verharde bovenlaag weggespoeld. Wat rest is een dikke smurrie van klodders modder. Hier en daar is de weg herschapen in een modderpoel. Ik moet continu wikken en wegen welke kant ik het best kies.

Ik maak nauwelijks kilometers. Gemiddeld rij ik 12 km/u. In sommige gevallen is er zelfs van rijden geen sprake. Ik glijd, wals en zwalp alsof het een lieve lust is. Meermaals sta ik voor een dilemma, niet goed wetend of ik nu met volle snelheid de natuurlijke hindernis moet overwinnen of eerder op een slakkengangetje. Doordat de weg grotendeels door een bergachtig gebied loopt, moet ik alle registers opentrekken om de zwaar beladen scooter (die in wezen niet geschikt is voor dit soort terrein) over de top van de helling te krijgen. De motor sputtert, spuwt, vloekt en brult. Soms lijkt het wel alsof hij elk moment uit elkaar zal spatten. Meermaals draait het achterwiel door en moet ik mijn bovenste krachten bovenhalen om de motor rechtop te houden. Op een gegeven moment gaat het echter goed fout…

Op een vlakke, rechte weg met diepe kuilen heeft de aarde zich verzwolgen tot een brei van klei en modder. Ik aarzel bij de eerste aanzet en dat wordt mij fataal. Voor ik het goed en wel besef, zuigt de modder de logge scooter naar beneden alsof het wordt vastgegrepen door een dozijn tentakels. De motor snakt naar adem, naar zuurstof. Met een zucht valt de boordcomputer uit en zie ik hoe de oranjekleurige kilometerwijzer in vrije val op nul terechtkomt. Daar sta ik dan, te midden van het absolute niets, met een scooter waar ik geen kant mee op kan. Hoe goed ik ook mijn best doe, ik slaag er niet in om mijn zware bromfiets uit het modderbad te hijsen. Mijn enige redding is een passant die de ernst van de situatie juist kan inschatten. Het duurt een eeuwigheid alvorens een tegenligger me tegemoet komt. De jongeman is duidelijk vertrouwd met dit soort Camel Trophy-achtig parcours, want hij geraakt met zijn scooter zonder noemenswaardige problemen aan de overkant. Met zijn hulp slagen we erin om mijn bromfiets uit de modder los te rukken. Hij geeft mij instructies om de overkant alsnog veilig en wel over te steken. De aanwijzingen blijken goud waard, want ik geraak wonder boven wonder aan de overkant van de modderpoel. De jongeman steekt zijn duim in de lucht en zet vervolgens zijn koers verder. Met neerhangende schouders staar ik de jongeman na tot hij uiteindelijk als een stip in de verte verdwijnt. Ik moet mijn moed bijeenscharrelen. Op naar de volgende hindernis? Dat het geen gemakkelijke expeditie zou worden, daar was ik op voorbereid, maar dat het zo’n proporties zou aannemen, daar was ik me echt niet van bewust. Ondertussen pakken boven mijn hoofd donkere regenwolken samen. Dat ontbrak er nog aan. De kans dat ik mijn vooropgesteld doel zal bereiken, lijkt met het uur kleiner te worden. Wordt vervolgd…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *