Een macabere begeleiding naar het hiernamaals…

Wie Sulawesi als reisbestemming kiest, zal bij de voorbereiding de focus vooral leggen op de regio Tana Toraja. Niet alleen is dit het bekendste en mooiste gebied van het land, het is tevens de plaats waar de cultuur weinig of niets van zijn authenticiteit heeft verloren. Meer nog, als je wat geluk hebt, kan je vanop de eerste rij een inkijk krijgen in oude religieuze gebruiken en gewoontes die vooral tot uiting komen tijdens hun begrafenisceremonies.

Om mij een plaatsje te verzekeren op de uitvaarttribune, ga ik voor één dag op pad met een lokale gids. De regio Tana Toraja is een wespennest van minuscule dorpjes die vaak diep verscholen liggen in de bergen. Optrekken met een gids die de streek uit zijn broekzak kent, is geen overbodige luxe. Daarenboven is hij ook op de hoogte van welke ceremonies waar en wanneer plaatsvinden.

Ik heb geluk, want uitgerekend vandaag vindt in het dorpje Deri de apotheose plaats van een begrafenis die al twee dagen aan de gang is. In Toraja-land wordt de uitvaart van een geliefde verspreidt over meerdere dagen. Tijdens die dagen staan diverse rituelen centraal. Vandaag draait alles rond het offeren.  In de Toraja cultuur is het gebruikelijk om waterbuffels en varkens te slachten ter ere van de overledene. De proporties van zo’n slachting heeft vooral te maken met de status van de gestorvene. De 82 jarige dame die vandaag ten grave wordt gedragen, behoort eerder tot de lagere klasse. Het aantal geslachte buffels blijft dan ook beperkt tot vier. Ondanks het geringe aantal (bij sommige begrafenissen loopt het aantal op tot enkele tientallen) is het bloedbad er niet minder om.

Een mooi spektakel is het allesbehalve, al denken de vele omstanders en genodigden daar duidelijk anders over. Op het centrale plein en duidelijk in het gezichtsveld van de overledene worden de buffels verzameld. De buffels lijken zich van geen kwaad bewust, maar wanneer hun achterpoot met een touw wordt dichtgesnoerd om hun bewegingsvrijheid te beperken, merk ik een zichtbare angst in hun wijd opengesperde ogen. Daarna gaat alles snel. Met een souplesse alsof het een dagelijkse gewoonte is, wordt de keel met een vlijmscherp zwaard in één haal opgesneden. Het bloed gutst als een fontein in het rond en vermengt zich met de kurkdroge aarde. De buffels spartelen als een duivel in een wijwatervat. Ze wankelen als verdwaasde beesten op hun poten om uiteindelijk uitgeput door de knieën te zakken. Het spartelen en stuiptrekken duurt eindeloos lang. Twee van de uitbloedende buffels springen zelfs nog heel even recht. Het onverwacht intermezzo roept bij de omstanders de nodige hilariteit op.

Eenmaal de doodstrijd is gestreden en de buffels in hun eigen bloed baden, wordt het nog warme dier vakkundig in stukken versneden. Het vlees wordt meteen gekookt en bereid. Het is een traditie om de genodigden te spijzen en te laven. Ook ik word uitgenodigd om aan te schuiven voor de begrafenismaaltijd. Wanneer de schotel met klodders vet en vlees wordt rondgedeeld, dank ik beleefd voor het aanbod. Geloof het of niet, maar wie nog geen vegetariër is, wordt het hier vast en zeker.

Het is een vreemde gedachte. Wij westerlingen sparen om ons te verwennen met luxe via reizen of consumptiegoederen. De Toraja’s daarentegen sparen om hun begrafenis te kunnen financieren. Want dat zo’n begrafenis aardig veel geld kost, blijkt alleen al uit de aankoop van een buffel die al gauw rond de 3000 euro bedraagt. Het offeren heeft uiteindelijk maar één bedoeling: de ziel van de overledene begeleiden in een geslaagde overgang naar het hiernamaals. Ik zou liever op een andere manier begeleid worden, met een dronkemans orkest waarbij geen bloed, maar wel liters bier en wijn vloeien. Ja, zo zou ik nog afscheid willen nemen van het leven…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *