Jeremie: de kleine prins…
Hij heeft iets dromerig in zich, iets poëtisch, iets ongrijpbaars. Soms heb ik zelf het gevoel dat hij geen deel uitmaakt van deze wereld. Een soort kleine, buitenaardse prins die zijn eigen plek op aarde heeft gecreëerd. Een plaats waar de wereld samenkomt, waar verhalen samensmelten om vervolgens weer een andere weg in te slaan. Die ontmoetingsplek ligt wat verscholen, achter een bos van palmbomen en met uitzicht op de nimmer veranderende oceaan.
Acht jaar geleden maakte de Parijzenaar Jeremie een drastische ommekeer in zijn leven. Tijdens een vakantie in Indonesië leerde hij duiken. De kennismaking met de verborgen onderwaterwereld was liefde op het eerste zicht. Hij geraakte zo gepassioneerd dat hij besloot zijn vaste baan als grafisch ontwerper op te geven om duikinstructeur te worden op Gili eiland, ten westen van Lombok. Hij genoot van het dagelijkse vakantiegevoel, de rust en het zonnig klimaat. Hij leerde er zijn vrouw kennen, de jonge Indonesische Maya. Hun liefde bracht twee kinderen ter wereld. Ze leefden in harmonie met elkaar en de opgroeiende kinderen. Ondanks het schijnbare geluk worstelde Jeremie met een gevoel van onbehagen. De toenemende welvaart had het paradijselijke Gili eiland omgetoverd tot een variant van het Spaanse Salou. De hunkering naar de idyllische rust dreef hem naar het havenstadje Labuhan Lombok. Te midden van de desolaatheid van een klein dorpje, aan de rand van de oceaan, vond Jeremie waar hij al heel zijn leven naar op zoek was: de eenvoud.
Met bescheiden middelen timmerde hij aan een nieuw bestaan, ver weg van de drukte en het toeristische Gili. Het besef dat er wel meer mensen op zoek zijn naar een gevoel van onthaasting, besloot hij een hotelletje uit de grond te stampen. Een plek dat volledig past bij zijn manier van leven: bescheiden en kleinschalig. Hij doopte de drie sober ingerichte kamers om tot East Lombok Dive Hotel. Voor toeristen die dat wensen heeft Jeremie overdag duiklessen, terwijl zijn vrouw de gasten culinair probeert te verwennen. Alles gaat er gemoedelijk aan toe. De tijd lijkt geen vat te hebben op hun levensritme.
Het hotel had net zijn deuren geopende toen Lombok op 5 augustus 2018 geteisterd werd door een zware aardbeving. De zware funderingen en de stalen constructie hebben een catastrofe voorkomen. Hier en daar vormen barsten en afgebrokkeld voegwerk nog de zichtbare sporen van de nachtmerrie. Weken en maanden na de aardbeving volgde een tsunami aan annulaties. Het was niet meteen de start van een nieuw leven zoals ze die voor ogen hadden, maar Jeremie maakt zich weinig zorgen. Met de jaren heeft hij leren leven met weinig.
In kleermakershouding zit hij voor me, lurkend aan zijn zelf gerolde sigaret. Ik vraag hem of hij ooit nog terug zal keren naar Frankrijk. Er volgt een lange, haast breekbare stilte. “Ik zou graag kunnen zeggen van neen, want hier voelt het aan als mijn thuis. Mijn geluk mag evenwel het geluk van mijn kinderen niet in de weg staan. Ik kan hen hier geen toekomst bieden, geen degelijk onderwijs. Deze droomplek zal ik ooit opnieuw moeten inruilen voor een ‘gewoon’ leven, ergens opnieuw in Frankrijk. Parijs zal het zeker niet worden. Ik kan veel opgeven in mijn leven, maar de binding met de zee en het water zal altijd blijven.” Hij inhaleert en blaast wolkjes rook uit. Hij staart voor zich uit, naar het eindeloze spel van aan- en afstoten, van de golven die over het zand rollen in een repetitieve cadans. Ik zie hoe hij langzaam verdwijnt in zijn eigen gedachtewereld, een wereld waar less more is…
Add a Comment