Hollandse kanalen in Negombo

Ooit beschreef ik de aankomst in een nieuw land als een eerste nacht met een onbekende minnares; een soort ontdekking met al je zintuigen. Ook na al die jaren van reizen is die verwondering om het onbekende niet afgenomen. Eerder integendeel. Ik vind het heerlijk om te dwalen en te verdwalen door steden en dorpen, om mijn hoofd leeg te maken en me ontvankelijk te maken voor wat op mijn pad komt.

Zo ontdekte ik gisteren eerder per toeval dat cricket in Sri Lanka zowat de meest populaire sport is. Vandaag kreeg die Britse kolonisatieperiode ook nog een Nederlandse toets. Voor de Britten het roer in eigen handen namen, zwaaiden de Hollanders immers hier de plak. De Nederlanders waren vooral geïnteresseerd in het voeren van handel en hoe kan je zoiets beter doen dan over het water. Met man en macht werkten ze jaren aan het bouwen van kanalen om vervoer van handelswaren naar de kust mogelijk te maken. De kanalen dienden ook voor de bevloeiing van de rijstvelden. Toen de Britten in 1796 het eiland van de Nederlanders overnamen, daalde het belang van de kanalen ten voordele van het vervoer over land. De verzanding deed zijn intrede en voor lange tijd stond de handel via het water op een zeer laag pitje. De voorbije decennia is het belang van transport over water opnieuw aangewakkerd. De uitdieping heeft binnenscheepvaart terug mogelijk gemaakt. In tijden waar olie het wegverkeer alsmaar duurder maakt, is dit een dankbaar alternatief.

Met de zonovergoten temperaturen krijgen de kanalen haast een Amsterdams karakter in volle toeristenseizoen. Bootjes varen af en aan en ook toeristen laten zich maar wat graag rondvoeren op het kanaal. Het vakantiegevoel is in Negombo zelden ver weg.

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *