Bange dagen voor Myanmar…

Precies vandaag, dinsdag 10 december 2019, verschijnt het symbool van hoop van Myanmar, leider Aung San Suu Kyi, voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dit belangrijkste gerechtelijk orgaan binnen de Verenigde Naties spreekt uitsluitend recht in juridische geschillen tussen staten. De geliefde regeringsleider in eigen land, Aung San Suu Kyi moet haar land persoonlijk verdedigen tegen één van de grootste aantijgingen, met name genocide.

Om één en ander in een duidelijk kader te plaatsen, moeten we een aantal jaar terug in de tijd. Het Rohingya-volk is een staatloze etnische moslimminderheid die zich decennia geleden heeft gevestigd in de staat Rakhine, aan de westkust van Myanmar, toen het land nog bekend stond als Birma. Naar schatting zijn ze met ruim 1 miljoen. Sinds 1940 waren er regelmatig gewapende opstanden door de Rohingya en vonden er meerdere militaire acties plaats tegen deze bevolkingsgroep. De overheid bestempelde hen meer en meer als terroristen en nam in 2016 draconische maatregelen. Zo werd hen het staatsburgerschap ontzegd, kregen ze beperkingen opgelegd inzake vrijheid van verkeer, staatsonderwijs en ambtenarijbanen. Ze werden als illegale immigranten uit buurland Bangladesh beschouwd en de regering van Myanmar wou ze dan ook, desnoods onder dwang, terugsturen. Iets wat ook daadwerkelijk gebeurde. Opgejaagd door het Myanmarese regeringsleger moesten de Rohingya machteloos toezien hoe hun woongebieden werden omsingeld, hun dorpen werden platgebrand en vrouwen massaal werden overgeleverd aan massaverkrachtingen. Het gevolg was een ware vluchtelingenstroom. Eind december 2017 waren naar schatting 625.000 mensen op de vlucht voor het zinloze geweld. Ze zochten hun toevlucht net over de grens, in het straatarme Bangladesh. Volgens recente bronnen is het vluchtelingenkamp uitgegroeid tot het grootste van de hele wereld.

De internationale reacties bleven niet uit. VN-functionarissen en Human Rigths Watch hebben de vervolging sterk veroordeeld en beschreven als een etnische zuivering. De regering van Myanmar wordt ervan verdacht aan te sporen tot haat en religieuze intolerantie en beschuldigt de Myanmarese veiligheidstroepen van executies, willekeurige arrestaties, martelingen en gedwongen verdwijningen. Aantijgingen die de regering van Myanmar tot op de dag van vandaag in alle toonaarden ontkracht. Het leger verschuilt zich achter een ‘legitieme antiterrorismeactie  gericht tegen militanten van Rohingya’.

Opvallend in heel het verhaal is dat de zaak voor het Internationaal Gerechtshof is aangespannen door het kleine West-Afrikaanse land Gambia. Gambia, dat in hoofdzaak bevolkt wordt door moslims, meent dat er voldoende aanwijzingen zijn dat Myanmar het internationaal verdrag tegen volkerenmoord uit 1948 heeft geschonden. Volgens Gambia wijst alles erop dat de militaire acties slechts één doel voor ogen hadden: de etnische minderheid uit te roeien. De regering van Myanmar heeft al die tijd niks ondernomen om de misdaden een halt toe te roepen en heeft tot dusver de verantwoordelijken voor de genocide niet berecht. Aung San Suu Kyi die in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede won en dochter is van de onafhankelijkheidsstrijder van Myanmar, kijkt doelbewust de andere kant op en is daarom medeverantwoordelijk voor het onrecht, aldus Gambia.

Suu Kyi is wereldwijd bekend geworden als oppositieleider tegen de regerende militaire junta die het land decennia lang, tot 2010, in zijn greep hield. Jarenlang was ze door het militaire regime onder huisarrest geplaatst, maar zelfs toen bleef ze onverminderd strijd voeren voor een democratisch Myanmar. In 2015 won haar politieke partij de absolute meerderheid bij de verkiezingen. Suu Kyi werd aangesteld als Adviseur van Staat, een titel die overeenkomt als regeringsleider. Door haar huwelijk met een Brit en de eruit voort vloeiende twee buitenlandse kinderen kan ze in principe geen president worden. De militaire junta had voor hun aftreden expliciet in de grondwet laten opnemen dat iemand die kinderen heeft die ook over een andere nationaliteit beschikken nimmer of nooit president van het land kan worden.

Sinds haar aanstelling als regeringsleider van Myanmar is ze evenwel een internationale paria geworden. Men verwijt haar dat ze dweept met de militairen die nog steeds een groot stuk van de macht in handen hebben. Ik herinner me dat bij mijn vorig bezoek aan Myanmar in 2013 me ooit iemand zei dat er sinds haar aanstelling niks was veranderd. Dezelfde militairen als voorheen waren nog steeds aan de macht. Het enige verschil was dat ze een ander plunje hadden aangetrokken. Nu ze haar land moet verdedigen voor het Internationaal Gerechtshof staan alle ogen eens te meer op Myanmar gericht. Zelf is Suu Kyi strijdvaardiger dan ooit en weet ze zich gerugsteund door een heel grote achterban. Deze morgen, op weg naar de ambassade van Bangladesh om mijn visum te regelen, stootte ik op een grote groep sympathisanten die openlijk hun steun betuigden voor hun geliefde Suu Kyi. Een zeer gemengd publiek, jong en oud, hadden zich getooid in het geel, groen en rood, de kleuren van het land. Ze zwaaiden met tricolore vlaggetjes en posters waarop stond ‘we staan bij onze leider’. Sommige droegen zelfs roodkleurige hoofdbanden met de duidelijke slogan ‘we staan bij moeder Suu’.  Niet alleen in Yangon is de steun groot, ook in heel wat andere grote steden in Myanmar zijn er bijeenkomsten gepland om hun regeringsleider een hart onder de riem te steken.

De hoorzittingen zullen drie dagen in beslag nemen en algemeen wordt aangenomen dat het juridisch team van Gambia en het zestienkoppige panel van U.N. rechters van het Internationaal Gerechtshof ‘voorlopige maatregelen’ zullen opleggen aan Myanmar om de Rohingya te beschermen. Pas volgend jaar zal de zaak ten gronde worden behandeld en dat zal ongetwijfeld jaren aanslepen. Tot zolang zullen de Rohingya wellicht noodgedwongen de titel van vluchteling moeten blijven dragen…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *