Moet er nog stof zijn?
Er gaat geen dag voorbij of je ziet ze wel ergens langs de kant van de weg staan: mannen druk in de weer met een tuinslang. Neen, niet om er hun voortuintje met bloemenperk te besproeien. Cambodja heeft geen voortuintjes, laat staan bloemperkjes. De mannen besproeien de openbare weg of beter gezegd de strook die grenst aan hun voordeur. Op die manier proberen ze de hoeveelheid ronddwarrelende stofdeeltjes te lijf te gaan.
Na iets meer dan twee weken fietsen in Cambodja staat het nu wel vast: Cambodja is het meest stoffige land dat ik ooit heb aangedaan. De Chinezen mogen dan wel de nobele taak op zich hebben genomen om het wegennetwerk te asfalteren, het is en blijft een werk van lange adem. Daarenboven concentreren ze zich op de hoofdwegen. Secundaire wegen en landweggetjes maken geen deel uit van hun exploitatiedrang. Want laten we wel wezen: Chinezen zijn geen barmhartige Samaritanen. Een goed uitgebouwd wegennetwerk behoort tot de essentiële strategieën om op een adequate manier handel te kunnen drijven.
Ik ben de niet alledaagse tuinmannen best dankbaar. Ze geven me heel even de mogelijkheid om naar adem te happen. Fietsen in Cambodja is echt geen lachertje. Tijdens het regenseizoen is er vaak geen doorkomen aan, omdat de modderige wegen ei zo na dichtslibben en in het droge seizoen fiets je haast continu in een stofwolk. Als een vrachtwagen mij voorbij steekt of me tegemoet rijdt, dan is het helemaal raak. Voor minstens 15 seconden rijd ik dan door een muur van stof en zie ik geen steek voor mijn ogen. Als je daarbij bedenkt dat deze stofwegen ook nog eens alle kenmerken vertonen van gruyère kaas, dan is de pret er helemaal af. Er is maar één positieve voetnoot. ’s Avonds kruip ik met kleren en al onder de douche en kan ik ‘s anderendaags met vers gewassen en stofvrije kledij de dag tegemoet fietsen…
Add a Comment