We naderen stilaan het einde van onze ontdekkingsreis doorheen Sumatra. Het land is eigenlijk te groot om het in nauwelijks 3 weken tijd grondig te leren ontdekken. Als je beperkt bent in tijd, dan moet je een ideale mix zoeken tussen datgene wat het land te bieden heeft, met name cultuur en natuur om tot slot te eindigen met een tweetal rustdagen. Die hebben we ingepland in de buurt van het politieke en economische centrum van West-Sumatra: Padang. De miljoenenstad zelf heeft niet zo veel te bieden, maar de omliggende eilanden met zijn idyllische stranden werken als een toeristische magneet. Jaarlijks overspoelen zowel Indonesische als buitenlandse bezoekers deze populaire badstranden. Ook wij willen er heen gaan, niet zozeer om te zonnebaden, maar om er voornamelijk te snorkelen.
Naarmate we Padang naderen, merk ik een toenemende ongerustheid op bij Caroline. Voor haar vertrek uit België had ze zich verdiept in het land en tot de ontdekking gekomen dat ook Sumatra de voorbije jaren niet gespaard is gebleven van natuurgeweld. Zo werd Padang tien jaar geleden zwaar getroffen door een aardbeving. De natuurramp richtte niet alleen een gigantische ravage aan, maar er vielen ook meer dan duizend slachtoffers. Ruim een half jaar geleden werd Indonesië opnieuw opgeschrikt door een aardbeving, met daarop volgend een tsunamie. Het epicentrum lag toen in de buurt van het eiland Lombok.
Dat gans Indonesië met de regelmaat van de klok in de klappen deelt, is genoegzaam bekend. Wie dit land en zijn eilanden als toeristische bestemming uitkiest, weet dit. Het nuchter verstand haalt het veelal boven de minimale kans dat je er zelf ooit slachtoffer van wordt. Bij Caroline echter niet. Eenmaal aangekomen in Padang wordt ze als het ware overspoeld door een nooit geziene angst. De argumenten die ik aanwend om haar gerust te stellen dringen niet tot haar door. Hoe hard ik ook op haar inpraat, mijn woorden klinken hol. Ze heeft maar één doel voor ogen, weg van hier en als het enigszins mogelijk is meteen. Tot overmaat van ramp stellen we bij aankomst in ons hotel vast dat er een dubbele boeking is gebeurd. We krijgen alsnog een derderangs kamertje toegewezen. Niet de meest idyllische situatie om iemand op andere gedachten te brengen.
De druppel die de emmer helemaal doet overlopen is, jawel de aardbeving die om 6u27 lokale tijd voelbaar is tot in onze kamer. Zittend op het bed, met mijn benen in kleermakerszit (om zodoende iets comfortabeler op mijn laptop te tokkelen), voel ik een lichte trilling. Het is ook Caroline, die aan het rommelen is tussen haar spullen, niet ontgaan. We hebben nauwelijks de tijd om het goed en wel te vatten of er een volgt een tweede beving, langer en intenser. Door het dolle heen, gooit Caroline de deur open en spurt ze als een getalenteerde sprintster de trap af. Het Olympisch record hardlopen verdwijnt in het niets bij de snelheid waarmee Caroline als een speer naar beneden holt. Ik volg haar voorbeeld, maar eerder op het ritme van een escargot. Eenmaal op straat zie en hoor ik hoe Caroline volledig door het lint gaat. Ze klampt de eigenaar van het hotel vast, terwijl ze alsmaar door roept ‘Help me, help me!’. Ondertussen komen ook meer en meer buurtbewoners de straat op. Ze keuvelen rustig met elkaar alsof ze terugkeren van een avondje stappen. Met Caroline gaat het van kwaad naar erger. Ze begint te hyperventileren en tranen van angst wellen op. Ik heb het gevoel in een verkeerde film te zijn terecht gekomen. Met veel moeite lukt het ons om Caroline terug tot de realiteit te brengen.
En dan gaat alles in een stroomversnelling. Er wordt een taxi opgetrommeld en anderhalf uur later staan we voor de incheckbalie, bestemming Kuala Lumpur. Drie dagen eerder dan gepland komt er abrupt een eind aan onze reis doorheen Sumatra. Met een knagend gevoel van teleurstelling stijgen we rond het middaguur op. Het is mooi geweest. Het Indonesische Sumatra wist ons te verrassen door zijn tropisch regenwoud, zijn vulkanische vergezichten en zijn smeltkroes aan bevolkingsgroepen. De ontdekking had alleen wat langer mogen duren…