De Bataks van Sumatra…
Sumatra is het thuisland van meerdere stammen. De bekendste zijn de Bataks en kunnen onderverdeeld worden in zes verschillende groepen. De twee bekendste zijn de Toba en de Karo. Zij leven in hoofdzaak ten noorden van Sumatra en houden er een christelijk geloof op na. Zij hebben elk hun eigen dialect en gebruiken. De Bataks werden bekeerd door Nederlandse en Duitse zendelingen, waardoor hun oorspronkelijke religie verloren ging. In hun traditionele godsdienst was voor hen het universum onderverdeeld in drie delen: de bovenwereld die bevolkt was door goden, de middenwereld waar de mensen woonden en de benedenwereld waar de draak Naga Padoka het voor het zeggen had. Mula Jati was dan weer de Heer van dat Universum die de drie werelden met elkaar verbond en zo zorgde voor een kosmische harmonie. Mula Jati had ook zes kinderen, drie zonen en drie dochters. Ze trouwden met elkaar en brachten het nageslacht ter wereld: de mensheid.
De Bataks zijn van oorsprong animisten. Zij geloofden dus dat elk voorwerp een ziel of een geest had. Die leefden voort in dieren, bomen en bergen. Goden mochten dan wel oppermachtig zijn, maar het waren toch vooral de geesten die volgens de Bataks hun dagelijks leven beïnvloedden. Om die geesten mild te stemmen werden op gezette tijden offers gebracht. Verhalen doen de ronde dat soms ook mensen werden geofferd. Deze veronderstelling berust op de gruwelijke gewoonte die de Bataks tot in het begin van de 19de eeuw erop nahielden. Zo werden verslagen vijanden en overtreders van de wet opgegeten. Mensenvlees werd niet alleen als een delicatesse beschouwd, ze waren er ook van overtuigd dat het drinken van bloed en het eten van het hart en de lever hun levensziel zou versterken. Wellicht gebeurde het ritueel kannibalisme eerder op beperkte schaal, maar werd het gerucht vooral verspreid om potentiële vijanden op andere gedachten te brengen.
Het kannibalisme heeft inmiddels plaats gemaakt voor een oprechte gastvrijheid. Zo worden we bij een bezoek aan een traditioneel Batak-Karo dorp prompt uitgenodigd om hun huis ook aan de binnenkant te bezichtigen. Sommige leven nog in bewaard gebleven oude huizen die zich vooral kenmerken door hun aparte bouwstijl. Zo werden voor de bouw geen spijkers gebruikt, maar touwen en houten pennen. De huizen staan op houten palen die soms tot 2 meter boven de grond uitsteken. Daar wordt het vee bijeengedreven. De woning zelf biedt onderdak aan acht families. De grote open ruimte wordt gescheiden door vier kookruimtes. Matten en gordijnen delen het huis verder in afzonderlijke ruimtes voor de families die er wonen. Helemaal bovenaan, op de bovenste verdieping, bevindt zich de opslagruimte voor hout en voedsel. Het valt ons vooral op hoe donker de hele ruimte is. Alleen door de lage, openstaande deuropening piept het zonlicht naar binnen. Aan de buitenkant is vooral het dak een eyecatcher. Sommige zijn wel 15 meter hoog en lopen naar alle kanten gelijkmatig af. Ook de lage deuropening is opvallend. Alleen door het hoofd te buigen kan je je toegang verschaffen. Naar het schijnt zou je op die manier meteen ook respect tonen voor de familie die er woont. Ik heb beleefdheidshalve ook maar mijn pet afgedaan…
Add a Comment