De messenslijper van Dhaka
Een mes snijdt op zijn best als hij goed geslepen is. Dat is een waarheid als een koe. Alleen wordt het alsmaar moeilijker om iemand te vinden die dat oeroude, haast versleten keukenmes ook nog kan slijpen. Het beroep van messenslijper is in de eenentwintigste eeuw in de vergetelheid geraakt.
Het straatbeeld moet er vroeger behoorlijk anders uitgezien hebben, een stuk levendiger. Misschien wel een beetje zoals het er nu nog aan toe gaat in heel wat Aziatische landen. Hier tref je wel nog tal van rondreizende verkopers aan of gaan ambachtslieden van deur tot deur om hun talenten om te zetten in klinkende munt. Maar de tijden veranderen. De ambachtelijke producten worden steeds vaker machinaal gemaakt. Beroepen die vroeger een prominente plaats innamen in het dagelijkse leven behoren tot de annalen van de geschiedenis.
Beroepen verdwijnen om uiteenlopende redenen. Automatisering en globalisering spelen daarbij een belangrijke factor. Ik herinner me nog dat ik als jonge tiener op vakantiedagen tabak ging naaien bij een lokale tabaksboer. Je verdiende er geen fortuinen mee, maar als jonge snaak was elke verdiende cent mooi meegenomen. De tabaksboeren zagen zich evenwel genoodzaakt om hun activiteit stop te zetten. De concurrentie met landen waar het produceren van tabak stukken goedkoper was, zette hen schaakmat. Best jammer, want door het verdwijnen van eeuwenoude beroepen verdwijnt ook een stuk culturele identiteit.
In de drukke straten van Dhaka botste ik per toeval op een ambacht die bij ons zo goed als verdwenen is uit het straatbeeld: een messenslijper. De wijze waarop hij deze oude ambacht in stand hield, wekte mijn nieuwsgierigheid nog meer in de hand. Zittend op een halve fiets trapte hij een wiel in beweging waardoor een radarwerk aan tandwielen begon te roteren. Hij slijpte gezwind en met uiterste precisie het lemmet van een keukenmes tegen de slijpschijf. Gensters van het mes sprongen in het rond. Ik heb me ooit eens laten vertellen dat hoe meer vonken er verschijnen, hoe beter de kwaliteit is van het staal. Zijn hand gleed rakelings voorbij de schijf, telkens hij het lemmet nog iets meer aanscherpte. Hij wist als geen ander hoe belangrijk snelheid was, zoveel was duidelijk. Soms leek het wel alsof hij enkel het lemmet even aantikte.
In zijn vak kan hij zich geen fouten veroorloven. Zonder een mes kan een kok geen kanten uit. De kok verwacht dan ook een keukenmes terug te krijgen dat vlijmscherp doorheen de voeding hakt. Net zoals de schaar van een kapper op een passende wijze moet geslepen worden. Een schaar moet een goede gang hebben, zoniet knipt hij stroef. Af en toe staakte hij het slijpen en keurde hij met een kennersblik het keukenmes. Hij spiegelde het mes in het licht om te kijken of het lemmet voldeed aan slijperswens. De wijze waarop hij zijn oude ambacht uitvoerde, bevestigde mijn vermoeden. Deze messenslijper zal de tand des tijds overleven, omdat hij de waarden van zijn beroep hoog in het vaandel draagt.
Add a Comment