Baitul Mukarram – grootste moskee van Dhaka

Dat religie een belangrijke rol speelt in Bangladesh valt niet te ontkennen. Met de regelmaat van de klok hoor je zowat uit alle hoeken van de stad de oproep van de imam tot gebed. De Islam is de grootste religie in Bangladesh, met een praktiserende moslimbevolking van ongeveer 150 miljoen. Daarmee is het de vierde grootste moslimbevolking ter wereld, na India, Pakistan en Indonesië. Toch zijn er ook heel wat minderheidsreligies, zoals hindoes, boeddhisten, christenen en animisten. Ze leven allemaal in harmonie met elkaar.

Als reiziger kom ik niet alleen auditief in contact met de islam (de oproep tot gebed gebeurt tot 5x per dag), maar ook door de vele dagelijkse ontmoetingen. In de helft van de gesprekken wordt er ook gevraagd naar mijn religie. Die vrij directe vraag is mijns inziens toch een teken dat religie een belangrijke rol speelt in de Bengaalse samenleving. Het zou eerlijk gezegd niet in mij opkomen om bij een eerste ontmoeting met een wildvreemde meteen te vragen naar de religieuze afkomst. Hier wel dus. Op vrijdag, de gebedsdag en tevens de officiële vrije dag, lijkt het leven in het anders zo hectische Dhaka haast stil te vallen. De rolluiken van de winkels blijven omlaag en de niet aflatende stroom van riksja’s die naast bewoners vaak ook een karrenvracht aan koopwaar transporteren, denderen nagenoeg niet door de nauwe straatjes. Een dag lang worden de straatgeluiden niet overheerst door een kakofonie aan belgerinkel. De hectiek van de dag schakelt een paar versnellingen lager en dompelt de kosmopolitische hoofdstad om tot een provinciestadje. Ik hou er wel van, dat gevoel van heel even terug te keren naar down to earth om daarna de stad opnieuw te zien exploderen in al zijn facetten.

Ook tijdens de vrije dag is de hoofdstad nooit echt een slapende stad. Dhaka bijft een stad met 20 miljoen inwoners. Een moeilijk te vatten getal. Om mij toch enigszins een idee te vormen zoek ik op vrijdag de grootste moskee op van Dhaka: Baitul Mukarram. De gebedsplaats biedt maar liefst voor 40.000 gelovigen plaats. Een beetje te vergelijken met de opkomst van een groot rockconcert, al gaat het er wel iets devoter aan toe. Ruim een uur voor het wekelijks gebed plaats vindt, schuifelen de gelovigen blootsvoets over de marmeren vloer dat toegang verschaft tot het heiligdom. In een recordtempo worden zelfs de laatste lege plaatsen opgevuld. Het rumoer zwelt heel even aan wanneer de imam zijn intrede doet. Het geheel doet me denken aan de blijde intrede van de Sint met zijn gevolg. Met de plechtigheid van een heilige neemt hij vervolgens plaats op een goudgeschilderde troon. Ik heb heel even het gevoel dat ik me reeds in de hemel bevind. Meer dan een half uur steekt de imam een tirade af, waarbij hij zowat alle toonhoogtes uit zijn keel perst. Af en toe laaien de gemoederen onder het publiek op en volgen gescandeerde slogans elkaar in een snel tempo op. Het heeft iets bevreemdend en voelt soms zelfs angstaanjagend aan. Het lijkt zelfs af en toe dat de toehoorders worden opgehitst. Ik kijk vanop de zijlijn toe met de ogen van een leek. Ik neem een glimp op van een voor mij ondoordringbare wereld. Religie zou een transparante wereld moeten voorstellen, maar om de één of andere reden slaag ik er nooit in om die te doorgronden. Ook nu weer stel ik vast dat ik opboks tegen een muur van gewoontes en tradities. Religie laat zich ook in Bangladesh niet in zijn kaarten kijken.

 

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *