De begraafplaatsen in Toraja

Dat de inwoners van Toraja een bijzondere begrafeniscultus hebben ontwikkeld en die tot op vandaag in stand weten te houden, bewijst eens te meer welk belang ze hechten aan de dood. Hun leven is diep verweven met het afscheid en daar behoren vaak complexe rituelen bij. Gebruiken die ook bij de ultieme uitvaartplechtigheid merkbaar zijn.

Zo ontdek ik gaandeweg dat er verschillende graven gangbaar zijn in Toraja. Rondfietsend van dorp tot dorp stel ik vast dat hun laatste rustplaats in alle opzichten afwijkt van wat wij verstaan onder de noemer begraafplaatsen. De grafzerken liggen hier niet centraal op één en dezelfde plek, maar liggen veelal op een boogscheut van de woningen.

De meest gebruikte vorm zijn de grafgrotten. In door mensen uitgehouwen langwerpige holtes wordt de overledene opgeborgen. De ruimte wordt afgesloten met een houten, gedecoreerde deur. In de onmiddellijke omgeving merk ik een allegaartje op van religieuze symbolen: kruisbeelden, sjamanistische poppetjes, paternosters, … Steevast staan er ook (vaak vergeelde) foto’s van de overledene.

Een stuk luguberder zijn de baby graven. Hun lijkjes worden in de boomstam begraven door een rechthoekige uitsparing te maken. Ze worden er rechtopstaand in geplaatst en de opening wordt afgedekt met geweven palmharen. Bij uitstek wordt gekozen voor de Tarra-boom omdat dit type boom veel sap heeft en aldus beschouwd wordt als vervanging voor moedermelk. De lijkjes worden in staande positie geplaatst om zo de baby de kans te geven te groeien met de boom. Daarenboven wordt de positie van de plaatsing van het lijkje in de boom aangepast aan de sociale status. Hoe hoger de positie van het graf, hoe hoger de familiale kaste. Tot op vandaag wordt dit gebruik voor babylijkjes nog steeds toegepast.

Iets wat doorheen de jaren wel is verdwenen, zijn de hangende graven. Op een houten staketsel of hangend aan een rots werden doodskisten geplaatst. Via deze hangende methode wou men vooral verhinderen dat de graven werden leeggeplunderd. Het was gebruikelijk om kostbaarheden van de overledene mee in het graf te plaatsen. Het ophangingssysteem was echter onderhevig aan de grillen van de natuur. De tand des tijds knaagde aan het hout. Het weggerotte hout vertoonde grote barsten waardoor de beenderen en schedels uiteindelijk naar beneden vielen. De restanten van de geraamtes en de schedels vormen dan ook een macabere aanblik.

Tot slot zijn er nog de ‘gewone’ grafgebouwtjes. Bij vele zijn er elementen van de Toraja cultuur erin verwerkt. Zo hebben sommige van die stenen huisjes de typische zadeldak en is ook de buffelhoorn zichtbaar aanwezig. De grafhuisjes verraden meteen ook de sociale status van de overledene. Minder gegoede burgers komen namelijk hier terecht na hun dood, terwijl de meer bemiddelde een grafgrot krijgen toegewezen. Rijkdom speelt een rol tot bij het uitblazen van de laatste adem…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *