Als de rook om je hoofd is verdwenen, dan vertoef je niet meer in Indonesië.

Wie doorheen Indonesië reist, kan er niet omheen kijken: Indonesiërs roken graag, veel, spotgoedkoop en overal. De leeftijd waarop ze aan het paffen slaan, is hallucinant. Niemand kijkt er hier van op dat een kereltje van twaalf jaar parmantig een sigaretje opsteekt. Het behoort tot de Indonesische cultuur. Rookverbod is trouwens onbestaand. Roken op restaurant, in de bus, in openbare gebouwen, … Het kan overal en ze doen het dan ook in grote getale. De Indonesische mannen behoren tot de meest rokende ter wereld. Naar schatting rookt ruim twee derde van de mannelijke Indonesiërs. Op wereldniveau behoort Indonesië, samen met China en India tot de top drie landen met het hoogste aantal mannelijke rokers. Samen zijn ze verantwoordelijk voor 51,4% van het totaal aantal wereldwijde mannelijke rokers.

Sigaretten zijn hier ook spotgoedkoop. Met 70 eurocent loop je zo de kruidenierswinkel buiten met een pakje sigaretten in je broekzak. De prijs van tabak is zo goedkoop omdat de accijnzen belachelijk laag zijn en Indonesië meerdere tabaksfabrikanten bezit. Het mag duidelijk wezen dat de prijs van sigaretten in Indonesië niet echt werkt als een afschrikmiddel, zoals dat in veel andere landen wel het geval is. Zo kost een pakje sigaretten in  Australië al gauw 25 euro. Ondanks dat sigaretten hier goedkoop zijn, moet het bij de modale Indonesiërs toch een zware aanslag zijn op het gemiddeld maandbudget dat rond de 150 euro ligt. Wie er elke dag één pakje doorjaagt, laat per maand zo’n 14% van zijn inkomen in rook opgaan.

De meest populaire sigarettenmerken zijn de binnenlandse kretek-merken. Ze zijn gemaakt met een combinatie van tabak en kruidnagel. Ruim 90% van alle sigaretten die over de toonbank gaan zijn kretek-sigaretten. De meest verkochte zijn van het merk Djarum en Gudang Garam. De eigenaars van deze tabaksmerken behoren tot de rijkste mannen van het land. In veel landen in de wereld zijn kretek-sigaretten omwille van de zeer schadelijke gezondheidseffecten verboden.

Indonesië is één van de weinige landen in de wereld die het internationale tabaksverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO (nog) niet heeft ondertekend. Reclame voor sigaretten zie je dan ook overal: op straat, in Tv-commercials en in bioscopen. Grote concerten en sportwedstrijden worden bijna per definitie gesponsord door grote sigarettenmerken. Levensgrote billboards met tabaksreclame zijn een onderdeel van het Indonesische straatbeeld. Ze zijn vooral gericht op het ‘coole’, westerse imago. Niet geheel toevallig zijn de campagnes gericht op jongeren. De tabaksindustrie heeft die ‘kinderen’ nodig als nieuwe klanten om de dode rokers te vervangen.  De meest opvallende advertenties zijn ongetwijfeld die van het merk Surya Pro. Ze afficheren sporthelden in volle actie, zoals deze twee rugbyspelers op bijgaande foto. Je kan niet naast de felrode slogan kijken die ondertussen hun handelsmerk is geworden: ‘Surya Pro Never Quit’ of vrij vertaald ‘Stop nooit met roken’ (ook niet als je aan sport doet).

De overheid zit met de handen in het haar. Enerzijds beseft ze de ernst van de situatie, maar anderzijds weet ze als geen ander dat de Indonesische tabaksindustrie miljoenen mensen een inkomen oplevert. Daarnaast vloeit 6% van de overheidsinkomsten voort uit tabaksaccijnzen. Precies doordat de tabaksindustrie belangrijk is voor de economie, heeft de tabakslobby een behoorlijk aanzien en grote invloed inzake het rookbeleid. Dat de tabaksindustrie per jaar in Indonesië maar liefst 300.000 mensenlevens kost, nemen ze er voor lief bij.

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *