Borobudur

De keerzijde van het toerisme…

Schoonheid in zijn puurste vorm geeft zich niet zomaar prijs. Als reizende fietser weet ik dat als geen ander. Als je evenwel met deze wetenschap in het achterhoofd je doel vooropstelt, dan is de volmaakte schoonheid in handbereik. Die bekoring hoop ik te vinden bij één van de toeristische toppers van Java, het tempelcomplex van Prambanan. In ruil voor die puurheid moet ik wel op een haast onchristelijk uur uit de veren.  

Het is nauwelijks vijf uur in de ochtend als ik mijn fiets in de richting trap van de 20 km verderop gelegen tempel. Op straat is het nog relatief rustig. De stad Yogyakarta bevindt zich op het scharnierpunt van nog even indommelen en langzaam ontwaken. Wanneer ik om kwart voor zes de site bereik, is de toegangspoort nog potdicht. Nergens valt er een toerist te bespeuren. Achter het hekken merk ik evenwel al enig teken van leven. De personeelsleden maken zich stilaan klaar om hun dagtaak aan te vangen. Klokslag 6u opent de bewaker de gate en loodst mij naar de ticketbalie voor buitenlanders. In zowat heel Azië is het gebruikelijk om een ander tarief te heffen voor buitenlanders. Daar waar het verschil in toegangsprijs voor toeristische attracties in Sri Lanka buiten alle proporties viel, valt het hier in Indonesië best mee. Dit neemt niet weg dat men voor de echte hotspots een fors bedrag durft aan te rekenen, althans naar Indonesische normen. Voor een bezoekje aan Prambanan betaal je toch al gauw €20.

Dat lijkt prijzig, maar wanneer ik oog in oog kom te staan het grootste Hindoe-Javaanse tempelcomplex in Indonesië, dan is  dit bedrag eerder een peulschil. Het geheel van tempels is niet alleen overdonderend mooi, maar tevens getuigt het vooral van architectonisch vakmanschap dat ik nog maar zelden heb gezien. Alles overheersend zijn de drie hoofdtempels waarvan de middelste ook meteen de grootste en meest indrukwekkendste is. Deze is gewijd aan de god Shiva en is 47 meter hoog. De andere twee tempels zijn gewijd aan de goden Brahma en Vishnu. Het is niet geheel verwonderlijk dat deze drie hoofdgoden hier samen verenigd zijn. Ze vormen namelijk de Hindoeïstische drie-eenheid en gaan respectievelijk door het leven als vernietiger, schepper en beschermer. De tempels verrezen rond 850. De verwoestende uitbarsting van de Merapi vulkaan zorgde er evenwel voor dat de hindoe vorsten de streek verlieten. De tempels geraakten in verval en in de vergetelheid. Pas in 1811 werden de tempels herontdekt, maar het duurde tot het einde van de 19de eeuw voor de tempels opnieuw werden blootgelegd. Vandaag zijn ze, mede door de erkenning van Unesco in 1991, uitgegroeid tot één van de belangrijkste toeristische attracties van Java.

Er is echter één toeristische bezienswaardigheid die inzake belangstelling met kop en schouders boven alle andere uitsteekt en die eer is weggelegd voor de boeddhistische tempel Borobudur. Inzake grootte mag Borobudur met eenzelfde Oscar huiswaarts keren als zijn hindoeïstische tegenhanger, Prambanan. Het immense bouwwerk dateert van de 9de eeuw en is inzake ontwerp uniek op de wereld. Op een vierkante basis van 123 bij 123 meter is de tempel als een stoepa gebouwd. Naast de opvallende symmetrie bevat elke laag uiterst gedetailleerde en gebeeldhouwde reliëfs die ieder op zich weer mythische verhalen vertellen. Naarmate je de top van de tempel bereikt, ontwaar je een andere architectuurvorm waarbij een veelheid aan stoepa’s, groot en klein, de bovenhand halen. Het geheel krijgt nog een extra dimensie door de aanwezigheid van tientallen Boeddhabeelden, voor zich uitstarend en zittend in lotus houding.

Precies omwille van de wel zeer unieke architectonische vorm en de schitterende setting van een vulkanisch decor is Borobudur de meest gefotografeerde tempel van Java. Vooral de zonsopgang brengt tijdens de toeristische maanden een ware volkstoeloop op gang. De meimaand is slechts de aanloop van het toeristisch hoogseizoen, maar desondanks tel ik rond vijf uur in de ochtend minstens een tweehonderdtal vroege vogels. Ze zijn net als ik neergestreken op de top van Borobudur en wachten geduldig op de broze, schoorvoetende overgang van nacht naar dag. Wanneer de eerste gloed de horizon omtovert in een weergaloos schilderspalet, is het digitaal geklik allesoverheersend. De doorbraak van de digitale fotografie heeft iedereen tot fotograaf gemaakt en dat heeft zo zijn gevolgen. Een foto maken zonder een persoon in beeld te krijgen, is haast onmogelijk. Tot overmaat van ramp leiden zowat alle aanwezigen aan een nooit gezien selfiegehalte. Alsof dat nog niet volstaat, vinden sommige het nodig om de meest idiote poses in te nemen. Het werkt dusdanig op mijn zenuwen dat ik me heel even verwijder van het epicentrum van het gebeuren.

De ijdelheid bij sommige toeristen tart elke verbeelding. Sommige hebben zelfs hun mooiste en kostbaarste kleren aangetrokken. Ik word er zowaar horendol van. De opgevoerde circus ontkracht de mystieke sfeer die er rondhangt. Geef me dan maar liever de devote stilte en haast sacrale uitstraling van Prambanan. Borobudur mag dan misschien wel enig mooi zijn, het toerisme en de manier hoe toeristen zich gedragen werpt een smet op dit wereldwonder. Het moet ooit anders geweest zijn…

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *