Fietsen op het ritme van de zon…

Nieuwsbrief 4 – een verre terugblik

Het leven verloopt niet altijd zoals een mens het uitstippelt. Op reis is dat niet anders. Na de onverwachte relatiebreuk, sukkelde ik in november vorig jaar met mijn bamboefiets en solartrailer acht meter naar beneden. Ik hield er gelukkig maar een sleutelbeenbreuk aan over, maar een terugkeer vanuit Laos naar België was onvermijdelijk. Het was vreemd thuis komen, maar dankzij de Kerstperiode en de overgang van oud naar nieuw werd het toch nog best gezellig. Toen ik begin januari het licht op groen kreeg om mijn reis te hervatten, zat ik twee weken later terug op het vliegtuig, richting Maleisië. Tijdens mijn revalidatieperiode in België had ik het plan opgevat om de draad van de solartocht pas in september terug op te nemen. In de tussentijd van 8 maanden wilde ik me vooral focussen op Maleisië, Zuid-India,  Sri Lanka en Indonesië,  hoofdzakelijk per fiets, maar ook een stuk met het openbaar vervoer. Inmiddels zijn we bijna een half jaar verder. Deze nieuwsbrief werd alsmaar op de lange baan geschoven. Van uitstel kwam afstel. De hoogste tijd voor een verre terugblik.

Mijn aankomst in Maleisië viel samen met het Thaipusam-feest, zowat het grootste en belangrijkste Hindoe feest waar alles draait om geloof, uithoudingsvermogen en boetedoening. Dat laatste uit zich in extreme vormen van zelfverminking door dolken, vishaken en kleine speren in het lichaam te doorboren. Ook het torsen van een torenhoge en loodzware kavadi, een ijzeren paal waarop tal van religieuze voorwerpen aan vast hangen, maakt deel uit van de zelfkastijding. Het spektakel hield het midden tussen carnaval en devote, maar macabere ernst. Het was duidelijk, ik had geen beter moment kunnen uitkiezen om mijn reis terug aan te vatten.

Inmiddels had ik in de hoofdstad Kuala Lumpur een nieuwe touring fiets aangeschaft en was het zwerven over de horizon heen terug een feit. Dat gevoel dook voor het eerst op toen ik Cameron Highlands bereikte. Deze hoogvlakte kenmerkt zich vooral door theestruiken die zich vanuit de hoogte aftekenen als grasgroene tapijten vol geometrische lijnen. Een gedroomd decor voor fotografen.

Fietsend doorheen het vrij onbekende Maleisië ontdekte ik opnieuw het onbezonnen reisgevoel. Ik voelde hoe ik aan de start stond van een gazenbordspel waarbij mijn route bepaald werd door de worp van de teerlingen en de wijzers van mijn kompas. De cadans van mijn pedalen werd af en toe onderbroken door oprechte gastvrijheid, iets wat bij ons in België soms zo ver zoek is.

Reizen is één lange omweg naar huis en misschien daarom dat ik, tijdens mijn onverwacht verblijf in België, positief reageerde op de vraag van een goeie vriendin uit Gent om mij gedurende drie weken te vergezellen. De keuze viel op het op één na grootste eiland van Indonesië: Sumatra.  

Het werd op zijn zachtst uitgedrukt een bewogen reis waarbij mijn reisgezel Caroline Ellegiers haar uiterste best deed om haar angsten voor slangen, avontuurlijke (nachtelijke) busritten en aardbevingen te overwinnen. Gelukkig wist het veelzijdige Sumatra ons voldoende te bekoren zodat we toch met volle teugen konden genieten van al het moois.

Voor Caroline waren de orang-oetans van Bukit Lawang het absolute hoogtepunt van de reis. Sumatra is trouwens één van de weinige plekken in de wereld waar deze grote apen nog in het wild leven. Een andere topper was het bezoek aan het Toba meer en het Samosir eiland. Het was trouwens op deze idyllische plek dat we voor het eerst in contact kwamen met de Batak, een aantal aan elkaar verwante volkeren met een eigen taal. We kregen uitgebreid de kans om kennis te maken met hun aparte bouwstijl van huizen en de wijze waarop ze als één gemeenschap van soms tot wel acht families samenleven.

Sumatra maakt deel uit van de zogenaamde Ring of Fire, een hoefijzervormig gebied rondom de Grote Oceaan dat sterk onderhevig is aan geologische activiteiten. Net zoals heel wat andere eilanden van Indonesië bezit ook Sumatra tal van vulkanen en dus kon een beklimming van de Sibayak vulkaan niet ontbreken op onze reisplanning.

De ironie van ons reisavontuur wou dat het precies een aardbeving was die onze laatste reisdagen serieus in de war stuurde. Nauwelijks voet aan de grond gezet op Padang, de provinciale hoofdstad van West-Sumatra werden we ’s morgens vroeg gewekt door een aardbeving. Vooral de naschok was voelbaar. Voor Caroline was de reispret voorbij en zo keerden we totaal onverwacht een aantal dagen vroeger terug naar de plek waar de reis begonnen was: Kuala Lumpur in Maleisië.

Veel tijd om te acclimatiseren was er niet, althans niet voor mij, want voor de komst van mijn nieuwe reisgezel, stond nog een kort bezoek aan Singapore ingepland. Bij aankomst maakte ik tussen de skyscrapers en torenhoge kantoorgebouwen kennis met de highlights van het kleinste land van Zuidoost-Azië. Drie dagen lang waande ik me te midden van een hypermoderne science fiction speelgoedstad. Singapore is ongetwijfeld één van de meest futuristische metropolen die ik tot op heden in mijn leven aandeed.

Van Singapore naar Zuid-India, het verschil kon haast niet groter. In de broeierige derde grootste stad van India, Bangalore, ontmoette ik Nadine Deroo uit het West-Vlaamse Poperinge. Twee weken lang trokken we samen op en probeerden we ons overladen reisprogramma af te werken. Al snel kwamen we tot het besef dat een land als India zich niet laat bereizen in een kort tijdsbestek. India is een land om in een laag tempo van te genieten en om er diep in te duiken als er iets moois op je pad komt. Aan dat laatste ontbrak  het Zuid-India geenszins. Zo vergaapten we ons aan de architecturale schoonheid van de tempelcomplexen in Belur en Halebid en werden we haast delirium toen we oog in oog kwamen te staan met het sprookjeskasteel van Mysore. Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog maar zelden zo’n geraffineerd meesterschap aan beeldhouwkunst heb gezien. Kunst in zijn puurste vorm en zonder weerga. Niet geheel ten onrechte is het Mysore paleis na de Taj Mahal de meest bezochte plek in India. Wij hadden bovendien het geluk om deze parel bij valavond en verlicht door een zee van maar liefst 30.000 gloeilampjes te kunnen aanschouwen.

We hadden ons voorgenomen om geen enkel vervoersmiddel links te laten liggen en dus kon ook de legendarische treinrit met de stoomlocomotief vanuit Ooty naar Mettupalayam niet ontbreken. Vijf uur lang boemelden we op een smalspoorlijn en werden we meegevoerd door spectaculaire valleien, langs eindeloze theeplantages, duizelingwekkende bruggen en inktzwarte tunnels. Een hemelse tocht! Van een heel ander kaliber, maar desalniettemin ook indrukwekkend, waren de visnetten van Cochin. In deze Indische havenstad wordt nog de eeuwenoude vistechniek toegepast. Gigantische visnetten worden er nog op manuele wijze in het water neergelaten en via een hefboomsysteem van tegengewichten en mankracht terug uit het water gehesen. Bij valavond, net op het moment dat de zon langzaam wegzakte in zee, kreeg het spektakel nog een extra dimensie. Een zoveelste fotogenieke prentkaart vulde onze reisindrukken aan.

Dat niet alles verloopt zoals gepland, moesten we helaas ook met eigen ogen vaststellen. De hoge verwachtingen van ons bezoek aan het nationaal park Periyar werden niet ingelost. Meer nog, op onze dagtrip bespeurden we geen enkel dier op de catwalk, laat staan eentje die parmantig voor mijn fotografische lens wou defileren. We vonden gelukkig troost op de backwaters van Kerala. Dit waternetwerk van vijf grote meren die op hun beurt verbonden zijn met 1500 km natuurlijke en kunstmatige kanalen laat zich het best per boot ontdekken. Acht uur lang gleden we op het smaragdgroene, glanzende water en spotten we tal van kleurrijke vogels.

In het diepe zuiden van India bezochten we in één van de oudste steden van het land de Meenakshitempel van Madurai. De tempel dankt zijn bekendheid door de hoge torens die beladen zijn met geschilderde beelden van goden en andere mythologische figuren. De lange treinreis van ruim 12u vergaten we snel bij het zien van dit kleurrijke en gedetailleerde beeldhouwwerk. Ook de verblindende schoonheid van het openluchtmuseum van Mahabalipuram was een topper van formaat.

Op onze voorlaatste dag maakten we nog kennis met het Belgische koppel Filiep en Vriginie, expats die al hun leven lang het kille België hebben ingeruild voor meer exotische en warmere oorden. Hun huidige uitvalsbasis is Madras, waar Virginie enkele jaren terug het  ‘Namma Beach – Namma Chennai’ project uit de grond stampte. Wat begon met een schoonmaakactie op het strand van Chennai is inmiddels uitgegroeid tot sensibiliseringscampagnes over het milieu in verenigingen en scholen. Ondertussen hebben zich ook een aantal vrouwen verenigd die aan de slag gaan met afvalmateriaal. Ze recycleren het en geven het een tweede, nieuw leven. We zagen met eigen ogen hoe Virginie zich heeft ontpopt tot kleine held en erin geslaagd is om het verschil te maken.  (https://www.facebook.com/nammabeachnammachennai/)

Twee weken waren duidelijk te kort om Zuid-India ten voeten uit te leren ontdekken, maar we slaagden er toch in om ons een beeld te vormen van het zuidelijk deel van dit land dat ons vooral wist te verrassen door zijn groen karakter en de vriendelijke, nieuwsgierige bevolking.

Van Zuid-India naar Sri Lanka, op de wereldkaart lijken beide landen elkaar de hand te kunnen reiken, maar helaas werd bij het uitbreken van de burgeroorlog in Sri Lanka in 1983 elke bootverbinding afgeschaft. Het einde van de burgeroorlog is inmiddels zo’n tien jaar achter de rug, maar tot op heden kan het land enkel per vliegtuig worden aangedaan. Er zat dus niks anders op dan de fiets in te pakken en te laten overvliegen.

Bij aankomst werd ik meteen geconfronteerd met het helse verkeer dat de voorbije jaren vooral in de grote steden van Sri Lanka fel is toegenomen. Het was dus vaak zoeken naar verkeersluwe wegen om het vrijheidsgevoel van fietsen terug te ervaren. Dat Sri Lanka de voorbije jaren duidelijk in de lift zit, merkte ik reeds wanneer ik de twee koningssteden opzocht: Anuradhapura en Polonnaruwa. De toegangsprijzen voor deze grote toeristische troefkaarten schommelen tussen de 20 en 25 euro. Het is duidelijk dat de overheid na de burgeroorlog en de tsunami van 2004 het toerisme als strohalm vastgrijpt om het land eindelijk opnieuw op de goeie rails te krijgen.

Net tijdens mijn verblijf werd het toerisme een zware nekslag toegediend. Op Paasmaandag bliezen zelfmoordterroristen zichzelf op in kerken en luxe hotels. Het bloedbad waarbij 253 mensen het leven lieten, veroorzaakte een schokgolf in het land en de hele wereld. In gans het land ontplooide zich een nooit geziene veiligheidsmacht en had ik vaak het gevoel dat ik door een belegerd land fietste.

Ondanks de vrij kleine oppervlakte van het land was ik aangenaam verrast van wat Sri Lanka te bieden had. Naast zonovergoten droomstranden, werd ik gecharmeerd door tal van culturele bezienswaardigheden, zoals de leeuwenrots van Sigiriya met zijn muurschilderingen en de tempelgrotten van Dambula, de culturele hoofdstad Kandy en de koloniale Nederlandse restanten in het kustplaatsje Galle. In Kandy stapte ik op de trein voor één van de mooiste treinritten ter wereld. Op een slakkengangetje tukte de trein sloom doorheen het bergachtig landschap. Het aantal prentbriefkaarten volgden elkaar -ondanks het uiterst trage ritme- in een ijltempo op.

Een absoluut hoogtepunt tekende ik op in het Yala nationaal park. Daar werd ik geheel onverwacht getrakteerd op de ontmoeting met één van de zeldzame luipaarden die zich nog in het park bevinden. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet goed wist wat ik van Sri Lanka verwachten moest, maar als ik nu terugblik moet ik toegeven dat Sri Lanka een meer dan geslaagde ontdekkingsreis was. Het is maar te hopen dat het land de zware opdoffer snel te boven komt.

Inmiddels vertoef ik in Indonesië en meerbepaald in Java. Binnen enkele dagen steek ik de grens over met Bali. Mijn reiservaringen over de Indonesische eilanden bewaar ik voor een volgende nieuwsbrief. Wie de reis op de voet wenst te volgen, kan dit via www.solarbiketour.com. Daar verschijnt dagelijks op de homepagina ‘the picture of the day’. Elke dag opnieuw bekijk ik de voorbijglijdende wereld met de ogen van een kind en wend ik mijn zintuigen aan als gids. Dit resulteert in een momentopname waarbij beeld en taal één geheel vormen.

Het is een soort ‘daily report’ dat vervat zit in één sterke foto, één beklijvend beeld, één rake momentopname. Elk beeld wordt aangescherpt door een korte toelichting, soms gebald in een paar zinnen of soms net iets langer. Wees welkom en start of onderbreek je (werk)dag met een korte reis naar een totaal andere wereld. Laat je op een aparte manier meevoeren naar het wondermooie Azië, elke dag opnieuw…

Met sportieve groet,

Grégory Lewyllie.