Belure

Vakmanschap in zijn puurste vorm…

Wie een reis plant doorheen Zuid-India kan in een recordtijd een indigestie oplopen aan tempels. Bij het samenstellen van de reisplanning heb ik zoveel als mogelijk een evenwicht proberen te vinden tussen culturele uitstappen (lees: tempels bezoeken) en couleur locale. Dat er bepaalde heiligdommen zijn die op de ‘must see’ lijst staan, spreekt voor zich. Zo vormen de gebedsplaatsen van Belur en Halebid een hoogtepunt als het op architecturale schoonheid aankomt.

De tempels zijn allen gebouwd rond 1100 en vertonen een vast patroon. Ze staan op een verhoogd stervormig terras en zijn ze van kop tot teen overladen met beeldhouwwerk. Aan de onderkant prijken friezen met miniatuurbeeldhouwwerk die getuigen van een vakmanschap zonder weerga. Het geheel heeft iets onwezenlijks, iets betoverend. Dit is kunst in zijn puurste vorm. Ook de rest van het tempelcomplex getuigt van meesterschap. Je kan geen kant opkijken of overal zie je gedecoreerde beeldhouwkunst. Een terugkerende constante is de aanwezigheid van de Nandi-stieren, het rijdier van god Vishnoe.

Ook nu nog krijgen koeien een belangrijke rol toegediend in de Indische samenleving. Ze hebben als het ware een soort heiligenstatus verworven en zijn dan ook onaantastbaar. De reden moet voor een stuk gezocht worden in de veelal vegetarische levensstijl van de Hindoes die het leeuwenaandeel uitmaken van de Indische samenleving. Bij gebrek aan vlees zijn ze aangewezen op melk en melkproducten om zo tegemoet te komen aan de noodzakelijke portie eiwitten. Hindoes beseffen meer dan welke religie ook dat de koe indirect synoniem staat voor leven. De koe vormt de ruggengraat van hun samenleving. Je ziet ze dan ook overal in het straatbeeld rondlopen. Als pas aangekomen toeristen kijken wij nog wat vreemd op, maar ongetwijfeld zullen wij ze binnen enkele dagen als een onderdeel van de chaos beschouwen, de chaos die India heet.

hilariteit

Klaar om Zuid-India te omarmen…

De nacht was kort, zeer kort, maar dat weerhoudt Nadine niet om fris en monter aan de ontbijttafel plaats te nemen. Ik had liever nog wat blijven uitslapen, maar ik vrees dat ik daarvoor met het verkeerde gezelschap op pad ben. Na het ontbijt gaan we meteen op zoek naar een bus die ons naar onze eerste bestemming brengen moet: Hassan. De grootstad Bangalore laten we aan ons voorbijgaan. Bangalore telt weinig historische bezienswaardigheden en leeft dankzij de gratie van de opkomende IT wereld. In een mum van tijd is de stad met iets meer dan 600.000 inwoners getransformeerd tot een trendy, high-speed, 24 op 7 bruisende megalopolis van meer dan 8 miljoen inwoners. Niet meteen datgene waar we naar op zoek zijn.

We maken meteen kennis met één van de voornaamste vervoersmiddelen van India: de tuk-tuk. Ook in andere landen is deze gemotoriseerde riksja in het straatbeeld niet weg te denken. Het enige verschil is dat je ze hier overal aantreft. Ze kunnen in principe 2 mensen vervoeren, maar het is ons al snel duidelijk dat vele tuk-tuk drivers een plaatsje willen halen in het Guinness Book of Records. De tuk-tuk brengt ons feilloos naar het busstation waar we meteen op de bus hoppen richting Hassan. De reis is begonnen, wij zijn klaar om Zuid-India te omarmen.

Op onze route naar Hassan houden we halt in Sravanabelagola. De plek is vooral bekend om een standbeeld dat in de volksmond Heer Bahubali heet of mooie mijnheer. Het standbeeld staat op de top van een rotsheuvel, 614 trappen hoog. De beklimming valt me zwaarder dan verwacht. Speelt mijn vermoeidheid me parten of is het eerder de brandende zon die me zo loom als een slak maakt? De beeltenis van de naakte man mag dan wel ruim 18 meter hoog zijn, echt imponeren doet hij me niet. Het groepje vrouwen met kleurrijk getooide sari’s doet dit echter wel. Ze stralen iets vrolijks uit, iets uitnodigend. Dat laatste is letterlijk op te vatten, want voor we het goed en wel beseffen worden we mee op de foto gevraagd. Indiërs zijn dol op selfies en als ze de mogelijkheid zien om ook een Westerling te portretteren dan zullen ze die kans zelden aan hen voorbij laten gaan. De fotoshoot voelt in het begin wat onwennig aan, maar al gauw is het ijs gebroken en stijgt de hilariteit ten top. Een zalig moment.

Reizen is een beleving met al je zintuigen en dus zijn we maar wat nieuwsgierig wanneer we, na de verkenning van de tempel op Chandragiri Hill, een kraampje ontdekken waar een voor ons onbekend vrucht ligt.  De kolossale vrucht blijkt jackfruit te heten. Zijn stekelige schil doet me denken aan Durian, het stinkende kingfruit dat ik in Maleisië ontdekte. De dame achter het kraampje ziet ons dralend gedrag en biedt ons meteen twee stukjes aan. Het smaakt verrassend honing zoet. Al snel krijgen we tekst en uitleg van een toevallige voorbijganger. Zo zou de jackfruit één van de grootste aan bomen groeiende vrucht zijn. Het wordt zowel als hapklare snack verkocht, maar evenzo als specerij om zoete gerechten op smaak te brengen. De man prijst ook zijn voedzaam karakter aan, want de vrucht bevat tal van vitamines. In ieder geval weet de zoete, exotische vrucht ons best te bekoren. Het ziet er naar uit dat onze rondreis doorheen Zuid-India ook op culinair gebied heel wat te beiden zal hebben…

Bangalore

Zuid-India: een nieuw reisavontuur…

Het contrast kan haast niet groter. De voorbije dagen fietste ik te midden van een hypermoderne science fiction speelgoedstad die Singapore heet en inmiddels ben ik onderweg naar één van de meest chaotische landen van Azië: India. De komende twee weken ga ik me onderdompelen in dit wellicht meest kleurrijke land van het Aziatisch continent. De fietstassen heb ik ingeruild voor een stevige rugzak en dat betekent dat ik aangewezen ben op lokaal vervoer. Persoonlijk geef ik de voorkeur om zelf de teugels in handen te nemen en mijn rijrichting te bepalen, maar in een land als India maakt het openbaar vervoer nu eenmaal deel uit van de couleur locale en dat is precies waar we naar op zoek zijn. Wij? Inderdaad, voor mijn ontdekking doorheen India krijg ik het gezelschap van Nadine Deroo, afkomstig uit het West-Vlaamse Poperinge. Voor haar is India geen onbekend terrein. Een goeie tien jaar geleden verkende ze reeds het noorden van het land. De reis smaakte naar meer en krijgt nu, zovele jaren later een vervolg.

De plaats van afspraak is de luchthaven van Bangalore. Vanuit Kuala Lumpur in Maleisië is deze tweede grootste stad van India slechts een paar vlieguren verwijderd, vanuit België haast een etmaal. Door vertraging in het luchtruim vindt het weerzien pas in het holst van de nacht plaats. Ondanks de vermoeidheid valt meteen de opgewektheid op van mijn reisgezel. Nadine is het type dat de deur achter zich kan dichttrekken om zich voluit over te geven aan het avontuur dat op haar pad komt. Dat ze daarbij voor zichzelf de lat heel hoog legt, heb ik de voorbije weken aan den lijve ondervonden. Mijn uitgewerkte reisplanning werd meermaals kritisch onder de loep genomen. Nadine is beperkt in reistijd en wil dan ook het onderste uit de kan halen en als het enigszins kan ook de bodem van de kan lospeuteren. Lang uitslapen is niet aan haar besteed, evenmin zon, strand en zee. Reizen is voor haar een beleving, met al je zintuigen. Slechts wanneer ze het gevoel heeft dat ze rijker huiswaarts keert, is haar reis geslaagd. Het mag duidelijk wezen: dit wordt geen plezierreisje…